LUGDUNUM BATAVORUM
170
x) Slechts enkele muntvondsten zijn aldaar geregistreerd, o.a. bij
Allemansgeest (Delftsche Schouw). Zie Holwerda, Oudh. kaart,
blz. 61.
drie opvolgende castella heeft opgegraven, gemeten langs
den Rijndijk, rond 22 km bedraagt. Dit getal stemt op
een paar honderd meter na overeen met de voor den
afstand Albanianis-Lugduno aangegeven 10 eenheden
van de Peuteringerkaart en het Itinerarium, omgerekend
in Leugen (22,2 km). Daar er niet de minste reden is,
om aan te nemen, dat de loop van den Ouden Rijn zich
tusschen Alphen en Valkenburg in de eeuwen, die ons
van den aanleg dier castella scheiden, belangrijk gewij
zigd heeft, zou Lugdunum dus te Valkenburg gezocht
moeten worden, hetgeen om de hierboven uiteengezette
redenen niet mogelijk is.
Liep de weg van de Peutingerkaart over de tweede
strook, dan zou, rekening houdende met de door ons
vastgestelde lengte der eenheden van de Peutingerkaart,
Praetorium Agrippinae bij Ter Wadding (De Vink) en
Lugdunum bij Zuidwijk kunnen worden gezocht. Voor
een zoodanige ligging in de tweede strook is geen enkele
aanwijzing voorhanden.
Blijft over de eerste strook.
Volgde de bewuste weg deze strook, dan kan Prae
torium Agrippinae te Voorschoten en Lugdunum te Veur
(thans gem. Leidschendam) hebben gelegen. Te Voor
schoten zijn tot op heden geen Romeinsche vondsten
van beteekenis aan het daglicht getreden i), ofschoon
Voorschoten tot de belangrijkste vroegmiddeleeuwsche
plaatsen in de kuststreek tusschen Rijn en Maas gerekend
moet worden wegens de markt, die daar jaarlijks op
31 Juli (sedert de 17de eeuw op 28 Juli) en volgende
dagen werd gehouden, waarvan de aanvangsdatum als