I
I
LUGDUNUM BATAVORUM
176
I
streeks 1400 gestichte kapelletje, gewijd aan St. Agatha,
de zoogenaamde „Veurkapel” met het daarbij behoorend
kerkhof, weleer bekend als het St. Agatha-bergje, thans
de R.K. begraafplaats aan den Achterweg t).
Nabij het zooeven genoemde Schakenbosch werd in
1823 een kolom opgedolven met het volgende Latijnsche
opschrift:
Castiss [imi Dei habitaculo non nisi casta mente [adi] to.
Deze merkwaardige vondst, welke door Westendorp
in zijn in 1846 verschenen, doch weinig bekend overzicht
van de Romeinsche oudheden in Noord-Nederland wordt
vermeld 2), is vermoedelijk uit onbekendheid daarmede
tot dusver doodgezwegen. Zij verdiende zeker een beter
lot, want zij leert ons de aanwezigheid van een heiligdom
aldaar in den Romeinschen tijd. Het opschrift, dat de
waarschuwing bevat, om de woning van den bij uitstek
reinen god met reinen geest te betreden, heeft blijkbaar
gediend als tempelwet van dit heiligdom. Zuilen en stee
nen met soortgelijke opschriften zijn ons helaas alleen
Dat deze kapel de Voor- of Veurkapel genaamd was en dat de
Veurkapel niet identiek was met de S.S. Maria en Raginfridis-kapel
aan de Damstraat, gelijk G. C. Joosting en S. Muller Hz., Bronnen
voor de geschiedenis der kerk, rechtspraak in het bisdom Utrecht II
(1915), blz. 279, ten onrechte aannamen, blijkt behalve uit een oor
konde van 1465, afgedrukt bij Van Rijn, t.a.p., blz. 481-482, uit de
voorwaarden tot de verkooping van de kapel, „staende omtrent het
Scaeckenbosch, genaamd Voorcapelle”, a° 1591, A.R. archief Gees
telijk kantoor Delft, no. 611. Zie verder C. Stolk, Het Sint Aagte-
Bergje onder Veur (Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom
Haarlem II, 1874, blz. 66-73).
2) N. Westendorp, Algemeen Overzigt der Rom. oudheden in de
Noord-Nederlanden (Verhandelingen Pro excolendo jure patrio VI,
Groningen, 1846), blz. 36, door ons aangevuld naar C.I.L. VI 30934,
alwaar het gebod van „castus adito” vermeld wordt. Voor adire met
den datief, zie Venantius Portunatus, Carmen 1, 13, 12, gecit. in
Thes. L. Lat. I kol. 627, 7. Dr. F. Nuyens wees mij op deze plaats.