ïl
LUGDUNUM BATAVORUM
180
voor de juistheid van de door ons benaderde ligging van
Lugdunum kan dienen, namelijk de Romeinsche mijlpaal,
welke in het begin van de 16de eeuw bij Naaldwijk is
gevonden.
In zijn studie over den bewusten mijlpaal heeft Hui
zinga gewezen op het verband met Lugdunum als mogelijk
uitgangspunt der mijltelling en daarin een belangrijke aan
wijzing gezien, om de ligging van die plaats te bepalen,
waarbij door hem als een van de mogelijkheden reeds de
omgeving van het Schakenbosch werd genoemd i). Ten
onrechte wordt als vindplaats van dezen mijlpaal gemeen
lijk Monster aangegeven, zulks in navolging van den
oudheidvorscher Hadrianus Junius, volgens wien hij ge-
landsche eilanden in den Romeinschen tijd en de zuidelijke route van
de Peutingerkaart (Rotterdamsch Jaarboekje 1940, blz. 76-104) be
schreven heerweg kiest, gaande door den Éiesbosch over Dordrecht
naar het Kralingsche Veer, en men hierlangs de afstanden van de
Maasroute der Peutingerkaart uitzet, komt Forum Hadriani bij Vlaar-
dingen te liggen. Oude kronieken gewagen, dat bij Vlaardingen een
in de Maas verdronken kasteel Slavenburch zou hebben gelegen.
Zie Chronica de Trajecto in A. Matthaeus, Analecta medii aevi V
(1738), blz. 310. Volgens het Oude Goutsche kronijcxken, uitgegeven
door P. Scriverius (1663), blz. 2-3, alsmede volgens Die Chronijcke
van Hollant, Zeelant ende van Vrieslandt (1595), I. div., cap. 20;
II div., cap. 15, zou dit kasteel met het oude Vlaardingen in de Maas
zijn ondergegaan. Ondanks de legenden, die daarbij vermeld worden
omtrent den volksstam der Slaven, die hier vóór de komst van de
Romeinen gewoond zouden hebben, kan dit bericht een grond van
waarheid bevatten. Men vergelijke in dit opzicht de in de Rijnstreken
veelvuldig voorkomende benaming Hünenburg voor Romeinsche ves
tingen, welke benaming met den volksstam der Hunnen nochtans
niets te maken heeft. Zie F. Kaufmann, Hünen (Zeitschrift für
deutsche Philologie XL, 1908, blz. 281 e.v.).
1) Huizinga, De Romeinsche mijlpaal te Monster (Bijdragen
voor Vad. Gesch. en Oudheidkunde 4de reeks VII, 1909), blz. 383.
Ook Huizinga nam aan, dat Lugdunum een voor-Romeinsche neder
zetting was. Zie t.a.p., blz. 367 noot 4.