LUGDUNUM BATAVORUM 182 f Overijssel VII 1) Zie Oudheidkundige Mededeelingen Rijksmuseum Leiden 1936, biz. 19-37 en Nieuwe Rotterdamsche Courant van 6 Augustus 1935, Ochtendblad, verslag van excursie van „Oud-Naaldwijk" naar de opgravingen in het Westland. 2) Naald is een in het Middelnederl. gebezigde benaming voor steenen zuil of grenspaal. Zie Verwijs en Verdam, t.a.p. IV (1899), kol. 2094. In een stuk, aanwezig in het Kamper Gemeente-archief, van 5 Januari 1418 is sprake van de erfgenamen, die „besuden der Naelde op Camperveen” geërfd waren. Aan dezen naald herinnert de Naaldebrug, gelegen op de grens van Gelderland en Salland, welke dwars door het Kamperveen liep. Zie van Doorninck en Nan- ninga Uitterdijk, Bijdragen tot de geschiedenis van (1883), blz. 269 en 260. geleden een vroegmiddeleeuwsche nederzetting heeft op gegraven, die door hem voor de oudste kern van Naald wijk wordt gehouden t). Nabij de Hoogwerf zijn echter ook Romeinsche voorwerpen te voorschijn gekomen, o.a. een merkwaardige bronzen hand. Derhalve is het ver moeden alleszins gerechtvaardigd, dat de oorspronkelijke standplaats van den mijlpaal niet ver van zijn latere vind plaats in het Naaldwijkerbroek moet worden gezocht en wel dichtbij de Karolingische nederzetting, die er kenne lijk haar naam aan ontleende 2)welke op het later ten Noorden daarvan ontstane dorp overging. De afstand tusschen de boerderij de Hoogwerf te Naaldwijk en het Burgland te Leidschendam bedraagt ongeveer 18 km, wat met het op den mijlpaal aangegeven getal van XII M.P. 17,76 km) nagenoeg overeen stemt. Voor het verkeer van Noviomagus naar Lugdunum langs de Maasroute was de plaats van deze boerderij het aangewezen punt voor een mijlpaal, omdat men daar de Maas, die in den Romeinschen tijd haar uitmonding had over een breed kustgedeelte tusschen Brielle en Monster, moest verlaten, om op den zandrug Rijswijk-Voorschoten

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1942 | | pagina 207