LUGDUNUM BATAVORUM
184
1
J
I
l
van Calais het zuidwestelijk deel van ons land ten prooi aan de
vernielde werking van de zee; het werd daardoor tot een telkens
overstroomd eilandengebied. Noordelijk van Monster bleef het oude
duinlandschap grootendeels intact; tusschen Naaldwijk en Monster
brak de zee evenwel door en overstroomde het land. Van het door
dringen van de zee getuigt nog de jonge zeeklei in het Westland
tot dicht bij Den Haag (zie Geologische kaart van Nederland, blad
s-Gravenhage)Ik acht het derhalve waarschijnlijk, dat de weg van
den driesprong bij Wateringen naar Naaldwijk oorspronkelijk rechtuit
heeft doorgeloopen tot aan de boerderij de Wilde Zee aan den
Meriëndijk. Aldus krijgt men een weg, die als het ware een natuur
lijke voortzetting vormt van den weg over den zandrug Voorschoten
Rijswijk.
x) Zoo lag de zuidpoort van de burgerlijke nederzetting Colonia
Agrippina op 3,125 km afstand van een Romeinsche legerplaats,
den zoogenaamden Alteburg bij Keulen, die ongeveer vijftig jaar vóór
de stichting van Colonia Agrippina (verrezen ter plaatse van het
oudere Ara Ubiorum) reeds was aangelegd en die later als vloot-
station dienst deed. Zie Klinkenberg, Das römische Köln (Die
Kunstdenkmaler der Rheinprovinz VI 2, Düsseldorf, 1906), blz. 363,
374-375. Ook bij Nijmegen was het zoo. Daar lag op den Hunerberg
een Romeinsche legerplaats, terwijl de later door keizer Trajanus
gestichte Romeinsche stad in de tegenwoordige benedenstad aan de
Blijkens het daarbij geteekende vignet was Lugdunum
hetzij een Romeinsche kolonie, hetzij een municipium,
hetzij de geromaniseerde hoofdplaats van een civitas. Nu
doet zich bij de als zoodanig op de Peutingerkaart aan
gegeven plaatsen de omstandigheid voor, dat veelal op
enkele kilometers afstand van de burgerlijke nederzetting,
die het centrum van kolonie, municipium of civitas vorm
de, een Romeinsche legerplaats lag. De aanwezigheid van
die legerplaatsen schijnt zelfs meestal de aanleidende
oorzaak te zijn geweest voor het ontstaan van de burger
lijke nederzetting, welke als zuiver Romeinsche of wel
geromaniseerde stad een oudere inheemsche nederzetting
verving i). Iets dergelijks zou ook ten aanzien van ons
Lugdunum kunnen zijn geschied.