HAAGSCHE KUNSTVERZAMELINGEN
17
mer, de Gheijn, Rubens, Van Dijck, Callot, Caracci,
Titiaan, Tempesta en tai van anderen zijn rijk vertegen
woordigd, terwijl tenslotte eenige kunstboeken met ,,tey-
ckeningen” van Breughel, Lucas, Heemskerk en „diverse
meysters” werden aangetroffen.
Laat men de mogelijkheid ruim open, dat de schilde
rijen een te hoog aangeslagen naam droegen, dan nog
zou de Backere door zijn prenten als een der belangrijke
verzamelaars te boek kunnen staan. Hij is, ofschoon ook
bezitter van eenig werk van tijdgenooten, vooral een
bezitter van oude kunst, en als men de opbrengst van
de veiling nagaat, wordt het vermoeden, dat hij goede
qualiteit bezat, wel bevestigd: de behaalde prijzen zijn
vrij hoog en bepaald aanzienlijk in vergelijking met de
prijzen, welke in dezelfde dagen voor werk van levende
meesters betaald werden. Zijn Dürer werd geschat -
maar niet verkocht op 1500 gld; de grootste Lucas
kostte 130 gld. één Pieter Aertsz 280 gld. (Toch zal
dit een H. Drievuldigheid -wel een copie geweest
zijn van het nu te Weenen aanwezige stuk).
Ik stond bij dezen verzamelaar wat langer stil, omdat
hij onder de burgers de eerste was, van wiens collectie
wij nadere gegevens bezitten, een lange reeks van ande
ren moet ik met slechts een korte vermelding voorbij
gaan.
Daar is bijvoorbeeld (de advocaat) Johan van Ton
geren, wiens collectie in 1692 werd verkocht. Zijn be
langstelling ging blijkbaar vooral uit naar de Italiani-
santen en het hoofdwerk uit zijn verzameling was een
„groote Kalkoven” van Pieter van Laer, die voor
500 gld verkocht werd. Het is waarschijnlijk het stuk
uit de Amsterdamsche collectie Reynst in 1660 verkocht
en thans in de particuliere collectie van den Vorst van
2