HAAGSCHE KUNSTVERZAMELINGEN
27
de veiling der collectie: die Haghe, 1924.
t) Zie over
Metsu’s nu in de National Gallery en in het Louvre
hangen. Aan die van Hendrik Verschuring, waarvan
een Adriaen van de Velde en een Jan Steen in de Her
mitage te vinden zijn, of waren. Uit bijna al deze
collecties heeft de Prins weten te putten en het geheel,
waarvan wij catalogi en beschrijvingen hebben, was
zoowel door verscheidenheid als door qualiteit be
langrijk.
Twee mannen van wetenschap moet ik nog noemen;
vooreerst de filosoof Frans Hemsterhuis, die zich als
verzamelaar tot een speciaal gebied beperkte; hoe goed
zijn inzicht en keuze waren, kunnen wij gelukkig nog
hier constateeren, daar zijn prachtige collectie Romein-
sche gemmen thans een der bijzondere schatten is van
het Rijkspenningkabinet. De ander is Mr. Johan
Meerman, die in zijn groote huis op den hoek van
Princèssegracht en K. Voorhout een verzameling hand
schriften en boeken had bijeen gebracht, zooals zelden
een particulier bezat. Hij heeft de zeer kostbare collec
tie aan de stad den Haag vermaakt, die evenwel het
legaat van de hand wees, waarna de allerbelangrijkste
handschriften op een reeks veilingen zijn verkocht; in
Nederland bleef niets, dan wat een zijner erven, baron
van Westreenen verwerven kon. Met diens eigen collec
tie vormt dat althans weer Haagsch openbaar bezit in het
Museum Meermanno Westreenianum. x)
De lotgevallen der princelijke collecties om daartoe
terug te keeren zijn in groote trekken bekend genoeg,
wij vinden wat er na de stormen van de Revolutie en
Franschen tijd van over is in de bovenzalen van het Mau-
ritshuis terug en het is de kern geworden voor de ont
wikkeling van dat meest Hollandsche onzer musea. Dat