HAAGSCHE KUNSTVERZAMELINGEN
34
Goldsmith, waaruit het Mauritshuis later 12 stukken
verwierf, waaronder het mooie officiertje van Duyster
en vooral de Diana van Vermeer, Dan A. A. des Tombe,
een man van groote liefde ook voor andere kunsten dan
de schilderkunst. Ook van hem verwierf het Mauritshuis,
als legaat, 7 belangrijke schilderijen, waarvan ik alléén
het beroemde Meisjeskopje van Vermeer behoef te
noemen om te doen beseffen hoe erkentelijk wij dezen
collectioneur moeten zijn; eveneens een ander, dr. Blom
Coster, die zes schilderijen aan het Mauritshuis ver
maakte, en die ook enkele zeer mooie moderne schilde
rijen bezat.
De grootste verzameling was echter die van den heer
Steengracht, in zijn groote huis aan den Langen Vijver
berg ook ter bezichtiging gesteld, het eenige voorbeeld
van een collectie in den trant als men ze in het buiten
land kent. Vele oudere lezers hebben haar waarschijnlijk
nog bezocht voor ze in 1913 te Parijs onder den hamer
kwam en Nederland er althans eenige der schoonste
parels uit wist te behouden.
Naast Steengracht was een andere collectie, maar dan
van moderne kunst in Den Haag publiek toegankelijk,
veel méér een museum dan Steengracht: namelijk die
van het echtpaar Mesdag in een grooten vleugel van hun
huis aan de Laan van' Meerdervoort; in 1904 werd de
collectie een rijksverzameling; ik behoef van haar rijk
dom niets te zeggen, maar mag niet nalaten met nadruk
haar beteekenis vast te stellen voor het opkomend ge
slacht van kunstminnaars en vooral van schilders, die
daar niet slechts konden kennis maken met de beste
werken van de Haagsche school, maar ook met dat van
de Fransche gelijktijdige meesters.
Ik heb er mijn eerste bezoek gebracht als gymnasiast in
1894 vergezeld van een Delftschen tijdgenoot, die later