HET LAVENDIERSTERLAND IN HAAGAMBACHT
40
I
het
uitmaakt. De reden dier verdwijning blijkt uit de stich
tingsakte van de kapellerie op het Hof voor Gerrit van
Wateringen. Tot de aan haar toegewezen landen be
hoort ook een zeker land in de parochie van Den Haag,
gemeenlijk geheeten het Lavengiersterland.x) Met en
door deze toewijzing wordt dit land dus blijkbaar aan
het toezicht en beheer van den rentmeester in Noord-
holland onttrokken. De overeenstemming der jaartallen
van toewijzing en van verdwijning uit de rentmeesters-
rekeningen is voldoende bewijs, dat in beide gevallen
het zelfde land in het spel is. Bij aanvaarding van dit
bewijs is het overbodig naar de juiste parochiale grenzen
van Den Haag in 1357 te vragen, omdat de rekeningen
het Lavengiersterland een ligging binnen het ambacht
van Den Haag toekennen.
Met dezen overgang van het Lavengiersterland uit
het domein naar het grondbezit van de ter nagedachte
nis van Gerard van Wateringen gestichte kapellanie zou
de kans geschapen zijn iets meer van dit land te weten
te komen, ware het niet, dat het archief van de Hof
kapel juist over deze kapellanie geen gegevens bevat. 2)
Het is mij dan ook nog niet gelukt iets naders te vinden
1De Riemer I 185.
2) Jhr. Mr. A. H. Martens van Sevenhoven, Archief van
Kapittel van St. Maria op het Hof te 's-Gravenhage, 1914. Dit
kapittel hield toezicht op alle priesters, die in de hofkapel diensten
verrichtten, beheerde de goederen der in de hofkapel gevestigde
vicarieën en bezat van de meeste ook het collatierecht. Zoodoende
bevat het archief van het Kapittel een aantal stukken, afkomstig van
of betrekking hebbende op die vicarieën. Van eenige kapellerieën,
waaronder die ter nagedachtenis van den heer Gerard (of Gerrit)
van der Wateringe, zijn geen stukken in het archief aanwezig en
evenmin afschriften in het Cartularium (t.a.p. bl. 6 en 36). De
collatie van genoemde Kapellerie was door graaf Albrecht aan het
geslacht van Wateringen geschonken bij handvest van 1357, het
jaar der stichting zelf.