1) Zie bijlage I.
2) Zie bijlage II.
vrouwen te rekenen. Daar is bijv, de giftbrief door
Karel V op 20 Juni 1515 ten behoeve van Heinrick de
Beauvoir en zijn huisvrouw Marieken Alaerts verle
den. i) Daarin werd aan genoemde Marieken bevestigd
de gift van 1509, waarbij keizer Maximiliaan haar den
dienst en het officie van de lavanderie der hofkapel in
Den Haag met de woonstede daartoe behoorende, mits
gaders van de rechten, wedden en vervallen daartoe
staande, ten gebruike gegund had bij sterven van de
toen in leven zijnde bedienster van het ambt Anna Rouste.
Als de laatste vrouw, die dit officie van de hofkapel
heeft waargenomen, wordt genoemd Cunera Hannemans.
Dit blijkt uit het antwoord op een rekest, dat Vincent
Hanneman en zijn huisvrouw in 1589 indienden. In dit
antwoord wordt vastgesteld, dat ten aanzien van de
hofkapel het wasschen van de koorkleeden, alven en
altaarkleeden en diergelijk misgewaad toen gestaakt
was en gevolgelijk de emolumenten, wedden en profijten
daarvan afgeschaft en te niet gegaan en met Cunera
Hannemans gecesseerd waren. 2) Anna Rouste, Marie
ken Alaerts en Cunera Hannemans mogen m.i. op den
titel van lavandierster als onderscheiden van dien van
waschvrouw aanspraak maken, al wordt haar die in de
stukken niet toegekend. Immers de waarneming van den
dienst en het officie van de lavanderie door een vrouw
is juist dat, wat haar tot lavandierster zou bestempelen.
Het is mij niet bekend, waarin naast de vrije woning de
verdere rechten, wedden en profijten ten bate van de
lavandierster (laat mij haar kortweg nu zoo maar noe
men) der Hofkapel bestonden, maar het valt wel aan te
nemen, dat het een zeer gezochte betrekking was wegens
HET LAVENDIERSTERLAND IN HAAGAMBACHT 45