I' HET HOF VAN FRIESLAND 55 j van haar achterhuis in de Hooge Nieuwstraat 20 duim te mogen uitzetten voor 22 schellingen en 3 penningen 's jaars en 23 Mei 1631 wordt aan den Heer Van Haul- tain, Gouverneur van Vlaanderen vergunning verleend om van uit zijn huis op den Vijverberg tot in den Vijver onder den grond een riool te mogen laten leggen, voor 20 schellingen ’s jaars. 12 Juni 1646 verkoopen de erfgenamen van Alexan der de Soete van Laecken, in leven Heer van Hautijn en St. Pietersdamme aan Zijn Excellentie Wilhem Fre- derik, Grave van Nassau, Gouverneur en Stadhouder in Vrieslandt, twee huizen, erven en stallingen met toebehooren; het eerste op den Vijverberg en het tweede in het Voorhout. Deze perceelen zijn getransporteerd volgens een acte van „mutueel accoort tussen voorn. Grave van Nassau en den Heer van Hautijn voor den Baljuw en Gecommitteerde Raden der Baronnie van Liesfeit en den Secretaris aldaar” op 29 Mei 1642. 23 Juny 1649 wordt aan Graaf Willem van Nassau, Stadhouder van Friesland consent verleend om achter zijn huis, uitkomende in de Hooge Nieuwstraat een aschbak te mogen maken voor 6 schellingen 's jaars. Thans volgt het Oostwaartsche gedeelte strekkende van den Vijverberg tot aan de Hooge Nieuwstraat. 29 April 1610 verkoopt Cornelia Poppen, wed. van Leonard Casembroot, le Raat in den Hoogen Raad voor 5000 aan Pieter Fransz van Dalen, een huijs en erf. Belent ten Oosten het huis van de weduwe van Cornelis van Naerden, le Rekenmeester, ten Westen het verdere gedeelte van het buys van de verkoopster als noch door haer behouden. Het is gesepareerd van het Westelijk gedeelte, dat bewoond is geweest door Erick van Sypesteyn en nu door zijn weduwe Godelina Casembroot.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1942 | | pagina 72