HET HOF VAN FRIESLAND 60 Carel Lantgrave toe Hessen, Furst toe Harselt Grave tot Catzenelnboge, etc. en van Hoogh Geme haer Hoog- heyt Vrouwe Maria Louise, Furstinne van Orange en Nassau, geboore princesse toe Hessen etc., als moeder en wettige vooghdesse, mitsgaders mede vooght respecte over Prins Willem Carel Hendrick Friso en Princesse Anna Charlotte Amilia, minderjarige, naergelatene Fur- stelijcke kinderen van meergem. Hoogstged. Sijn Hoogt, Johan Willem Friso, Prince van Orange en Nassau gl. Mem., bij Hooghst WelGed. Haer Hoogt. Eghtelyck geprocrëeert.” Uit dezen inventaris blijkt duidelijk, dat het huis langen tijd had leeggestaan en dat de meubels zeer oud en versleten waren, maar toch krijgen we een vrij nauw keurig beeld van de hofhouding der eerste vorsten van Nassau, hoeveel kamers er waren en hoe deze gemeu beld waren. Het paleis had ongeveer twintig vertrekken, die alle behangen waren met fraaie tapijten. De Hofhouding bestond uit: „Hofmeester, hellebar- diers, eerste Froulijn, tweede Froulijn. Camenier, was- meijden, edelluyden, camerdienaers, kok, laqayen, mij den en backer”. De prins had vier kamers. Als wij nu de indeeling van den inventaris volgen komen wij eerst in „Syn Hoocheijts slaepkamer”. In dit vertrek, waar de muren met vijf stukken tapijt waren bedekt, stond een ledikant behangen met blauw damast, gevoerd met gele zijde of „armosijn” met gele franje. Daarin lag een bed met witte „bomesyne” ma trassen, twee sitse dekens met geel zijden sprei, die met blauwe franje was omzoomd. Verder stonden er ver schillende stoelen met bloemen gestikt, een „noteboome” schrijftafel enz.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1942 | | pagina 77