HET HOF VAN FRIESLAND 65 oud rood damast be- 5 1) Het Bezaansjacht, afkomstig van Prins Willem III, was kort na 1687, toen zijn voorganger werd af geschaft, in gebruik genomen. Sedert 1699 was Matthijs Backer kapitein, maar in 1712 was het dus blijkbaar buiten gebruik. Zie G. C. E. Crone, De Jachten der Oranjes bl. 78 vlg. hangen met zwart kaffa op witten grond. Het ledikant- behangsel was van blauw saai met Capanen geheel door de mot opgegeten. De andere meubelen waren alle zeer oud en versleten. Deze kamer en de kamer van de oudste prinses zul len waarschijnlijk de kamers geweest zijn van de oudste en de 3de dochter van Albertina Agnes en Hendrik Casimir II nl. Henriette Amalia en Maria Amalia. De bovenachterkamer aan de trap was behangen met vier stukken tapijt met bloemen en daarin stond een ledikant van bruin laken met gele zijde gevoerd en eenige meubelen. In de eerste „froulijns kamer” boven aan de straat behangen met goudleer op een blauwen grond en in de tweede „froulijns kamer” eveneens behangen met goud leer van dezelfde kleur waren meubels, die alle zeer oud waren. In elke kamer stond een ledikant van groen saai met toebehooren. De edelluiden eetzaal was behangen met een oud en versleten streepstof. Daarin stonden twaalf „rustleeren” leunstoelen, een oude kast om glazen in te zetten en eenige tafels. Deze meubelen waren afkomstig van het „Besaensjaght”. i) In de kamerdienaarskamer stonden twee ledikanten met groen „Casiant” behangen, twee bedden enz. Het meubilair bestond uit vier „rustleeren” stoelen, tafels, een lessenaartje met een voet en andere meubelen. De kamenierseetkamer had een c--

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1942 | | pagina 84