HET HOF VAN FRIESLAND 67 en nog eenige andere „versleten twee oude roosters prullen”. Verder had men op zolder de suikerbakkerij met het daarvoor noodig zijnde gereedschap, een tinkast met schotels en assietten, acht dozijn min drie tafelborden, zeven tinnen zoutvaten, elf kleine en drie groote bekers, negentien waterpotten, een „steelbecken”, twaalf oude tinnen lepels, twee blikken „fomties tot Roomkaesies” en confituren enz. In een kast over de „tinne kast” bevonden zich ver scheidene dekens. Op den zolder, daar de lakeien sliepen stonden vier onderbedden met drie matrassen en vier peulen, eenige stoelen, zeven bedsteden, en een bed met toebehooren. Op den tweeden zolder stonden zes bedsteden, acht bedden met dekens enz., twaalf hoofdpeulen platte en ronde en eenige meubelen. In den kelder waren vier houten tafels en zes banken en in den kelder van de mijden was een bedstede, een slaapbank, een pers met planken, een tafel en drie a vier oude stoelen en een „scherm om linden op te drogen”. In den turfkelder stond een lange aanrechttafel en twee andere oude tafels, drie waschtobben en twee „dub belde isere brandhoeken”. In de hellebardierskelder waren twee slaapkamers en nog twee vóór den kelder, een tafel, een glazen kast en een zeer oud houten buffet. Ook was er een kelder van den bakker. Daarin be vond zich „een buidelmolen, een baktrog en meelkist, een groote kast om brood in te leggen, een gemetselde ketel om water in te heeten, een dikke tafel om brood op te leggen en nog eenige andere meubelen, die zeer oud en door den tijd versleten waren”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1942 | | pagina 86