DE HAAGSCHE VISCHHANDEL 2 x) Met erkentelijkheid Westermann. voor de toestemming daarvoor van dr. gegevens over de van vischverkoopers geheven tolgelden afzonderlijk nog eens in ons eigen Jaarboek af te druk ken en daaraan enkele opmerkingen te doen vooraf gaan. In de hiervolgende excerpten uit de tolrekeningen zal men niet alleen Hagenaars aantreffen; het leek mij van belang om den geheelen vischhandel afzonderlijk te be zien, omdat daardoor ook de verhouding met andere plaatsen eenigszins kan worden bepaald. De tollijst van Tiel van 1394 en 1395 is geheel geëxcerpeerd, de andere laat ik weg. Vooreerst werden bij deze tollen slechts de namen der schippers genoteerd, niet de plaats van waar zij kwamen; de Hagenaars zijn dus niet aan te wijzen; in de tweede plaats is mij gebleken, dat geen der namen die in Tiel werden genoteerd ook in Lobith ge noemd wordt. Men zou daaruit de gevolgtrekking kun nen maken, dat de Haagsche kooplui hun waar niet verder brachten dan Nijmegen. Waarschijnlijk brachten de Nijmegenaars haar dan verder, vooral naar Keulen. Absolute cijfers over den omvang van den Haagschen vischhandel krijgt men is waarschijnlijk, dat een de voorkeur aan gaf om eigen land te varen, waar dien een den omvang door deze Tielsche tollijst niet; het groot deel der vischkoopers er langs de wateren in 's Graven zij tolvrij waren; dat er boven vrij druk vischvervoer was zóó ver Gelderland in, mag de gevolgtrekking wettigen, dat de Haagsche handel nog al aanzienlijk was. Bezien wij de lijsten zelf en de namen, dan ontdekken wij, dat er enkele handelaars zijn, die geregeld af en aan voeren. Daar is bijvoorbeeld Jan van Wouden, die in de weken van 8 Maart, 24 Mei, 31 Mei, 12 Juli, 2 Aug.,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1943 | | pagina 10