DE RAAMWEG EN DE OUDE GRENS
88
x) In zijn bijdrage van 1924 stelt Pabon zelf nog de uitdrukking
,,bi den dennenweghe" in de rentmeestersrek. van Noordholl. 1343/44
gelijk met bij den Schenkweg. Op welken grond Van Stockum
(’s-Gravenhage in den loop der tijden, 1889 bl. 29) de meening aan-
hangt, dat met ,,bi den Denneweg” uit de rekening van 1343/44 zeker
de nieuwe Denneweg, de tegenwoordige Schenkweg bedoeld wordt,
weet ik niet aan te geven.
1358 nieuw opgetreden rentmeester Filips van Tetrode
heeft de Dennewegen niet goed uit elkaar gehouden,
evenals zijn voorganger Claas de Hert in 1354/55 in de
war geraakt was met twee verschillende groepen van
landerijen bij den Zuid-Denneweg. Als Filips dan ook
zijn volgende rekeningen, nl. van 1359/60, 1360/61 en
1361/62 opmaakt, is hij inmiddels tot beter inzicht ge
komen en heeft hij als gevolg daarvan de bijvoeging
„nieuw” bij den Denneweg, dien we tot dusver voor den
ouden hebben willen en mogen houden, achterwege ge
laten x).
Zoo gezien heeft Pabon dan wel een ongelukkigen
greep gedaan door juist op dat gedeelte van de rekening
van 1358/59 zijn oog te laten vallen, waar alleen van
den nieuwen Denneweg gesproken wordt zonder het
verband met Walixdorp aan te roeren. Ik houd er mij
van overtuigd, dat hij het anders ingezien zou hebben,
indien de meedeeling in die zelfde rekening of in die van
1354/58 en 1355/56, waarin dat verband wel gelegd
wordt, zijn oog getroffen had. Maar dwaal ik in die
overtuiging, dan ontvalt toch in elk geval aan zijn poging
om in den Romeinschen Denneweg den naamgever van
den zuidelijken Denneweg te zien de steun der grafelijk-
heidsrekening van 1358/59, tot tijd en wijle Pabon
bovenstaand betoog ontzenuwd mocht hebben. Wat
overigens de waarde van dien steun betreft, dient men
niet uit het oog te verliezen, dat zelfs, indien hij er in