TUSSCHEN WASSENAAR EN DEN HAAG
89
7
r) Mogelijk is het, dat deze weg vroeger tot het Noordeinde toe
doorgeloopen heeft. Hij droeg voorheen ook wel den naam van Den-
neweg, maar het valt niet uit te maken, of hij dien aan den „nieuwen"
Denneweg ontleend dan wel geschonken heeft.
slaagde aan te toonen de benaming terecht te hebben
toegepast, zijn bewering van de overdracht van den naam
Denneweg een hypothese in het kwadraat blijft, voor
eerst omdat zijn Romeinsche weg een bloote onderstel
ling is en ten tweede omdat de naam Denneweg voor
dien weg zulks evenzeer is.
Ten overvloede wil ik er op wijzen, dat de nieuwheid
van den noordelijken Denneweg tusschen 1355 en 1360
een betrekkelijk begrip kan zijn. Aan den noordrand van
het Voorhout liep een landweg, de latere Kazerne
straat1), die toegang gaf tot de landerijen, die zich
achter Voorhout en Haghehout noordwaarts tot de
middelwatering van het Noordveen uitstrekten. De ten
noorden van genoemde watering gelegen veen- en zand
gronden, oorspronkelijk Wassenaarsch bezit, waren
waarschijnlijk niet van het zuiden uit, maar wel van den
buurt- of lijweg, de latere Javastraat, uit toegankelijk.
Op den duur zal men de behoefte gevoeld hebben aan
een kortere verbinding met den buurtweg benoorden de
middelwatering om zoo een gemakkelijker aansluiting te
verkrijgen met den weg naar Wassenaar en Leiden dan
over den weg langs den Noordmolen, wanneer de heer
weg door het Bosch voor het verkeer gesloten was, een
toestand, die zich zelfs nog in den tijd van Prins Maurits
voordeed. Men kan zich echter denken, dat een overpad
voor voetgangers reeds aanwezig was, voordat de gra
felijkheid besloot het in een heerweg om te zetten. Het
nieuwe van den Denneweg kan dan daarin zijn uit
drukking vinden, dat een reeds bestaand voetpad ver-