DE RAAMWEG EN DE OUDE GRENS 96 x) In zijn reeds boven aangehaald artikel. 2) L. C. G. Matthieu, Het oeroude systeem der wegen, raadhuizen, kerken, kasteelen en heerl. huizen in Kennemerland, Rijnland, Schie- land en Maasland, 1925. 3) Dr. F. J. Faber m.i., Nederlandsche landschappen, 1942. 4) Dr. A. W. Byvanck, Nederland in den Romeinschen tijd, 1943, bl. 11. de Denneweg allicht ouder is dan de scheiding tusschen Wassenaar en Haagambacht, die volgens hem een onder deel vormde van de scheilijn tusschen oost en west. Dat de tegengestelde zienswijze, hoe onredelijk ze, uitgaande van een verdeeling van het land tusschen Maas en Rijn op geometrischen grondslag, ook moge schijnen, toch aanhang kan vinden, toont het vertoog van den heer Schoo1); daarin legt hij nl. het zwaartepunt op die grens tusschen oost en west. Tot welke uitersten een dergelijke opvatting leiden kan, openbaart het werkje van den heer Matthieu2). Maar keeren wij terug naar Pabons opvat ting van een weg ouder dan de scheilijn. De vraag mag dan gesteld worden, welke aanleiding er geweest kan zijn om juist daar, waar Pabon zijn weg ontworpen heeft, een militairen weg aan te leggen in Romeinschen tijd. Een bevredigend antwoord lijkt mij niet te geven. De geologen strijden er nog over, of de jonge zeeduinen reeds in de eerste eeuwen onzer jaartelling bestonden. De meesten hellen er toe over het opstuiven dier duinen in na-Romeinschen tijd, zoo ongeveer tusschen 400 en 800, te plaatsen. Onder anderen is Dr. Faber, de be kende schrijver over de geologie van Nederland, in zijn laatste werk over Nederlands bodem 3) deze zienswijze toegedaan. „We weten (schrijft hij op bl. 76) dat (de zeeduinen) zich pas in historischen tijd hebben ontwik keld; in den Romeinschen tijd waren ze er nog niet”. Dr. Byvanck neemt deze zienswijze over4). Mej. A. W.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1943 | | pagina 108