DE RAAMWEG EN DE OUDE GRENS 102 van Haag- vrij grooten van Haag- en een kade. Ik weet echter niet, of dat toenmaals zin gehad zou hebben. Dat een weg door de veenwildernis in zeer ouden tijd alleen in verhoogden toestand, dus als dam of dijk, van waarde kon zijn als openbare verkeersweg ook buiten den droogsten zomertijd, is wel nauwelijks voor tegenspraak vatbaar. Fockema Andreae heeft daar reeds op gewezen. Men zou derhalve moeten gelooven, dat de Ruigkade in eersten aanleg uit den Romeinschen tijd stamde en dat men ettelijke eeuwen later langs dien ver hoogden weg de Haagsche Trekvaart gegraven heeft. Het lijkt mij toe, dat men zoodoende de zaak op zijn kop zet. Zonder op de verhouding tusschen grens en weg op de scheiding Rijswijk - Voorburg dieper in te gaan dient toch even aangestipt te worden, dat hetgeen iedere kaart, bijv, die van Cruquius op den eersten blik te zien kan geven bij het naderen van de grens ambacht de Ruigkade en de grens onder een hoek uiteen gaan wijken. Binnen de grens ambacht neemt de afwijking tusschen de kade lijn, die men zich als het verlengde van de grens Rijs wijk - Voorburg denken kan, steeds toe, of m.a.w. er is binnen Haagambacht (en reeds aan gene zijde van de Schenk) volstrekt geen congruentie tusschen den door Pabon geprojecteerden weg en de zonder richtingsver- andering voortgezet gedachte grens Rijswijk - Voorburg. Van de Ruigkade steekt Pabon dwars over naar het oosten om aansluiting te zoeken aan de Coman Willems laan, uit welker verloop eenerzijds de Nieuwe Haven, anderzijds de Korte Houtstraat zijn ontstaan. Waarom die afzwenking noodzakelijk was, laat Pabon onverklaard. Ik geef echter toe, dat het moeilijk zou zijn een belem mering te bedenken, die belet zou hebben de rechte lijn te volgen. Als verbindingsweg tusschen Spuikade en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1943 | | pagina 114