TUSSCHEN WASSENAAR EN DEN HAAG
105
kelijk een soort overtuin of wandel- en speelplaats van
het slot geweest zijn, dat eerst later en geleidelijk aan
bebouwing met hofsteden en woonhuizen is prijs gegeven.
Achter de aldus opgekomen rij hofsteden of huizen met
bijbehoorende erven aan de oostgrens sloot in lateren
tijd nog onmiddellijk de wildernis aan. Het Noordveen
sloot het Voorhout aan de noordzij af.
Bij het verlaten van het Voorhout voert de weg niet
rechtstreeks den noordelijken Denneweg op, want de
Vos in Tuinstraat is een doorbraak van de 17de eeuw.
Waar nu de westmuur van het Hotel des Indes oprijst,
lag voorheen tot ver in de 19de eeuw een steeg, het
Kalkstraatje, zooals het later heette. Dit gaf toegang
tot de Kazernestraat en hierlangs rechts afslaande had
men na korten afstand aan zijn linkerhand de opening
van den Denneweg. Hoe deze nogal vreemd aandoende
aaneenhechting van Voorhout en Denneweg historisch
misschien te verklaren is, heb ik boven reeds uiteengezet
en ik kan dus volstaan daarnaar te verwijzen. De ont
wikkeling van het Voorhout van wildernisonderdeel tot
woonoord, die in de 14de eeuw haar beslag moet hebben
gekregen; de overplaatsing van de boogschuttersdoelen
van de Geest naar de nieuwe vestigingsplaats ten oosten
van de Vijver; de uitzetting van het vlek langs het Spui
en aan de Lange Poten; kortom, de uitbreiding van het
woongebied in oostelijke richting moet in den loop van
de 14de eeuw de behoefte aan uitgangswegen naar het
zuiden en noorden aan de oostzijde van het Voorhout
hebben doen rijzen. Deze behoefte werd nog sterker
ondervonden door het gesloten houden van den heerweg
door het Haagsche Bosch, waarop reeds op een vorige
bladzijde de aandacht gevestigd werd. De zuidelijke uit-
gangsweg zocht dan in de eerste plaats de verbinding
te brengen met de Spuibuurt en verder misschien met
8