DE HAAGSCHE VISCHHANDEL
4
vischkorf 15 grooten bedroeg; terwijl deze hoeveelheden
elkaar niet zooveel zullen hebben ontloopen. Meer dan
3 last en 3 korven vervoerde men maar zelden, en de
schepen zullen wel alle ongeveer dezelfde afmeting gehad
hebben; althans de Haagsche en de Brielsche, want een
schip uit Delft dat 9 last tegelijk aanbracht, moet wel
veel grooter geweest zijn (6 Dec. 1394).
Tellen wij het aantal schepen dat Tiel passeerde, dan
krijgen wij 66 Haagsche met visch, die tezamen 121
corven vervoerden, 78 met haring, tezamen met 178 last,
tenslotte 2 met 4 last bokking, dus een totaal van 146
schepen, waarvan er dus eenige meermalen voorbijkwa
men, zoodat het cijfer met ongeveer 20 zal moeten wor
den verminderd, zoodat wij de Haagsche binnenschip-
perij voor visch op 125 schepen moeten zetten. Het
naast daaraan komt dan den Briel waar 80 schepen met
haring 181 last vervoerden, zoodat dit wat den haring-
handel betreft bovenaan stond, de vischhandel, 2 schepen
met 4 corven visch had echter niets te beduiden.
Hetzelfde kan men zeggen van enkele andere plaatsen:
Delft had 6 maal haringschepen tezamen met 19 last;
Dordrecht evenveel met 16 last, Gorkum 2 schepen met
5 last; Rotterdam 1 schip met 1^2 last, Oudewater even
veel, Leiden had 2 schepen met 9i/> last haring en 5
schepen met 14 korven visch.
In Nijmegen waren blijkbaar eenige kooplieden, die
zelf naar de visschersplaatsen voeren en de waar daar
haalden, er kwamen althans 17 schepen voorbij de tol;
daar zij als Gelderschen geen tol betaalden is de hoe
veelheid van hun vracht slechts te schatten op ongeveer
40 last. Een schipper uit Orsoy vervoerde eens 13^2 last
bokking, een uit Zaltbommel 4 corven visch, die ook
riviervisch kan zijn.
Wij mogen dus de gevolgtrekking maken, dat de Haag-