r
DE RAAMWEG EN DE OUDE GRENS
112
BIJLAGE
Proces verbaal der grensbepaling van het grondgebied
der gemeente van ’s Gravenhage.
Anno 1820
Art. 1 Grensscheiding ten aanzien der gemeente van
Wassenaar.
Daaruit overgenomen:
„Beginnende aan de Noordzee, in de directie van de
scheiding tusschen de heemraadschappen van Delfland
en Rhijnland, welke scheiding is gedistingeerd door
steenen palen gemerkt aan de zijde van Delfland met de
letter D en aan de zijde van Rhijnland met de letter R,
hebben wijbevonden, dat de lijn die het grond
gebied dezer beide gemeenten van een scheidt, word ge
vormd in voege als volgt:
In een zuidoostelijke rigting van de Noordzee over het
strand vervolgens van paal tot paal zoo wij die in de
duinen gevonden hebben, tot by een yzeren kanon, dat
wij mede gevonden hebben in de nabijheid van een aan
's Ryks domeinen toebehoorende perceel weiland, blij
vende circa dertig ellen van de sloot die de voornoemde
duinen en meergezegd weiland van een scheidt; van het
voornoemde kanon in een regte lijn oostwaarts op over
de duinen, tot aan een steenen paal gemerkt met de
letters DR nr 20, staande op de zuidoostelijke kant van
den achterweg, en de oostelijke kant van het Huiberts
Wouterslaantje; van daar in een kromme zuidoostelyke
rigting langs de sloot, welke aan de oostelyke kant van
het zelve laantje gelegen is, geheel onder de gemeente
van Wassenaar, alsmede het erf en de tuin behoorende
by de herberg de Unie van Holland, gelyk mede de laan
van D. Konijnenburg, en die van de hofstede genaamd