BESTELLING VAN BRIEVEN
118
kracht
van het Post-comp-
den hoek van de
de Janhendrikstraat
naleving van art. 9 in te scherpen, maar toch ook om
misbruiken en onkameraadschappelijke handelingen tegen
een nauwkeurige beschrij-
en schijnt mij daarom niet
de kennis van het oude post-
waarde in stedelijk demografisch
te gaan. Die regeling bevat
ving van de zes bestelwijken
alleen van belang voor
wezen, maar ook van
en ander opzicht.
Sedert wanneer gold dat voorschrift?
Helaas, met zekerheid is het niet uit te maken. De
enkele bewaard gebleven, gedrukte, exemplaren toonen
echter aan, dat de regeling reeds in 1769 van
moet zijn geweest. Op een ervan zijn nl., in een rooster
voor rouleering van de bestellers in de wijken, de namen
voor het tijdvak 1769 tot en met 1774 ingevuld.
Het reglement, getiteld „Ordre op de bestelling der
Brieven van het Generaal Post-Comptoir in ’s Graven-
hage”, wil, blijkens de inleiding, een vaste orde van be
stelling waarborgen en abuizen voorkomen. Art. I om
schrijft vervolgens nader art. 9 der algemeene instructie;
art. II verbiedt den bestellers brieven, welke niet in hun
wijk behooren, onder eenigerlei voorwendsel bij hun ge
deelte te sorteeren, op straffe van zes stuivers boete
voor elke overtreding, ten voordeele van den bedrogen
kameraad; waarna art. III echter het bestellen van brie
ven in een andere wijk dan de volgens rooster toegeval-
lene tot plicht stelt, indien een der hoofdcommiezen zulks
mocht gelasten.
Daarna volgt de omschrijving der wijken, zijnde tevens
de route, welke de besteller behoort te loopen.
Wijk I: „Begint aan de Westzijde
toir, agter de Groote Kerk om, van
Schoolstraat na het Westeinde en