TE 'S-GRAVENHAGE IN DEN PRUIKENTIJD
121
terug
het be-
x) N.I. 1 gulden toelage wegens de hulp ten kantore, (z.b. blz. 116).
9
Hierna komt de bepaling, dat de bestellers ieder jaar
een andere wijk zullen bedienen volgens een bijgevoegd
rooster. Het verspringen geschiedde volgens de inleiding
op 1 Juli.
veld, het nieuw Voorhout, de Princessegragt, agter het
Giethuis, den nieuwen Uitleg, het Smitswaater aan beide
de zyde, het Vossentuyntje, de Hooykaay, de Denneweg
en agter de Klooster Kerk om, met alle de Straaten die
daar in geleegen zijn”.
Het voorschrift heeft gegolden tot kort voor de om
wenteling van 1795. Voldeed het daarin bepaalde dan
zoozeer aan alle belanghebbenden?
Klachten uit het correspondeerend publiek zijn mij niet
onder de oogen gekomen. Maar het is mogelijk, dat wel
eens mondeling aan het postkantoor of bij de departe-
mentscommissarissen is geklaagd. Blijkens de handha
ving gedurende zoovele jaren zal het Hoofdbestuur met
de regeling tevreden zijn geweest. Althans zoolang het
meerendeel van de in 1755 in dienst gehouden bestellers
het werk bleef verrichten. Want ook zij klaagden niet.
Maar omstreeks 1770 was de oude garde bijna uitge
storven en het jongere geslacht toonde zich minder lijd
zaam. In 1769 kwam het achttal zoowaar met een ver
zoek om salarisverhooging voor den dag! Zij verklaar
den met 5 gulden per week (alleen de oudste twee trok
ken 6 gulden x) niet te kunnen rondkomen. De uit
gaven voor de allereerste levensbehoeften stegen; men
kon, wegens den zwaren dienst, geen noemenswaardige
bijverdiensten maken; de emolumenten liepen
Het Hoofdbestuur erkende de gegrondheid van