I f DE HAAGSCHE VISCHHANDEL 6 Een en ander geeft gevens zeer beperkt nog wel een het einde van een lakenhandel Beverwijk, ’s Gravenhage, ’s Hertogenbosch en Antwer pen. Den Haag schreef evenals Brielle terug, dat zijn kooplieden geen schuld hadden, maar dat als er een schuldig bevonden werd Keulen hem moest bestraffen; een en ander wijst er zeker op, dat den Haag hierbij, wederom met Brielle, een belangrijke plaats innam; mis schien ook, dat er, althans in de vijftiende eeuw, wel Hagenaars tot Keulen doorvoeren. Zooeven verhaalde ik, dat de Keulenaars wijn aan brachten en dan met haring terugvoeren; het is daarom dat ik uit de tolrekeningen ook de vermelding overnam van enkele Hagenaars die voor wijnladingen in Tiel tol betalen moesten, omdat zich hier dan het merkwaardige geval zou voordoen, dat ook wijn een Haagsch handels- artikel was; Dirck de Jonker bijvoorbeeld wordt verschil lende malen als tolbetaler vermeld voor één of meer „voer” wijn. Ook Peter Potter en Jacob Bloc. Dat dit niet wijn is welke van oost naar west maar inderdaad van west naar oost vervoerd werd, zou kunnen blijken uit een post (10 Aug. 1394) waar de „2 voeder wiins” die Machtelt Reynkens uten Hage vervoerde vrij werd gesteld van tol omdat zij voor „miin vrouwe van Gelre” op haar verzoek bestemd was. Had men in den Haag dan wijnaanvoer? Het lijkt mij zeer onwaarschijnlijk; eerder zou ik willen gissen dat eenige ondernemende Haagsche binnenschippers de Fransche wijn in Dordrecht kochten of in vervoer namen en verder brachten. ons toch, ook al zijn de ge- op het middeleeuwsche den Haag anderen kijk. Wij weten, dat daar, sedert de veertiende eeuw waarschijnlijk reeds, van eenige beteekenis bestond en zich

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1943 | | pagina 14