I
VÓÓR 200 JAAR
129
het simpel
economisch leven, geestelijk verkeer, kunst en
bestel van het dagelijksch bestaan.
Hij weet ook, dat deze uiterste volmaking een gave is
van de laatste eeuw, in steeds sneller tempo tot steeds
hooger trap opgevoerd. En allicht stelt hij er belang in
te weten hoe het vóór dien was, hoe de Hagenaars met
wereldnieuws bediend werden in den tijd, dat de persen
met de hand moesten worden bewogen en het redactie-
personeel van een courant nog tot het uiterste minimum
was beperkt.
De mogelijkheid daarvan een indruk te krijgen biedt
ons de inventaris van een Haagsche Courantendrukkerij
uit 1747,t Hij werd opgemaakt toen de drukkerij van
Anthony de Groot zou worden overgenomen door Jan
de Groot, en deze inplaats van zijn vader door de Haag
sche Magistraat was benoemd totDirecteur en Uitgever
van de Haagse Nederduitse en Franse Couranten”. Hij
werd opgemaakt 17 Februari 1747.
De inventaris vraagt weinig toelichting; het aantal
persen, die met haar drieën „met al haare toebehooring”
op slechts 675 gld. getaxeerd werden, verplaatst ons
reeds terstond in de kleine verhoudingen. Ook de letter
voorraad en het zetters-materiaal is bescheiden; het is
waarschijnlijk, dat men het met vijf, misschien met acht
zetters afdeed, er waren tenminste slechts vijf stellingen
om letterkassen op te zetten, doch „acht kandelaars voor
de zetters”.
De bezetting der Redactie was nog bescheidener, er
waren maar drie1) „schrijvers”, elk had een „koopere
kandelaar” en een „kaarsesnuiter”; zij zaten aan één
Misschien maar twee; althans toen in 1747 de Haagsche Magi
straat tijdelijk het bedrijf zelf liet uitoefenen, zooals ik hier na ver
haal, engageerde hij slechts de heeren Jan Looten en Hendrik Ruperti
„op dezelfde voorwaarden als waaronder zij bij de Groot werkten”.