EEN HAAGSCHE COURANTDRUKKERIJ
134
tweede geval blijkt de Groots onder
nummer van
de lezers:
in 't eene als
1) In 1739 was hij slechts bij provisie aangewezen; het definitieve
contract dateert van 30 Januari 1741. Zie Sautyn Kluit t.a.p. blz. 38.
Hij moest bovendien aan de Generaliteit „weegens het Middel van
de gedrukte Papieren", 300 gld. 's jaars betalen.
een lagere pacht, nl. van 3000 gld., weten te bedingen
maar de zaak dan ook flink aangepakt. Zooals men weet
verscheen de courant driemaal per week, een „Maen-
dagse", een Woensdagse” en een „Vrijdagse", terwijl
dan sedert 1744 de Groot ook met de gelijktijdige uit
gave van een Fransche editie begon; in zijn Maendagse
Courant van 2 Maart kondigde hij dat aan op deze wijze:
„Heeden werd, zo buyten als binnens’ Lands, daer deze
Couranten te bekomen zijn, voor de eerste mael ook een
Haegse Franse Courant in gr. 4t° uytgegeeven, welke
reguïierlijk drie-mael ter week des Maendags, Woens
dags en Vrijdags agtervolgd zal werden”. De uitgevers
van de Amsterdamsche Fransche Courant, die meenden
voor Holland een monopolie te hebben, kwamen daar
tegen op maar zij werden door het Hof van Holland op
30 Sept. ’44 in het ongelijk gesteld.
Nog uit een
nemingszin. Wij lezen daarover in het
1 Januari 1740 het volgende „Berigt” aan
„Gunstige Leeser, om was 't mogelijk zo
in ’t andere te voldoen, heb ik de Letters waarmede
deeze Courant met den aenvang van dit jaar begonnen
is op mijne Letter-Gieter ij expres laeten snyden en ver-
vaerdigen; wil niet twijfelen of dezelve zal zo fraey en
duydelijk als er nog ooyt een geweest is, voorkomen;
en schoon die grooter van oog is, gaen er egter in ieder
regel meer letteren dan in onse vorige Couranten; als
ook voor het minste zo veel regels op ieder pagina. Men
zal telkens als ’t maer enigzints vereyst werd een dier-