I
EEN JEUGDLIEFDE VAN
GIJSBERT KAREL VAN HOGENDORP
DOOR
M. ANTOINETTE P. ROELOFSZ
1) R. Fruin. Verspreide Geschriften dl. V. De Jongelingsjaren van
Gijsbert Karei van Hogendorp.
W. G. C. Bijvanck. Vaderlandsche figuren op den overgang der
18e eeuw. Hogendorp en York.
L. G. J. Verberne. Gijsbert Karel’s leerjaren.
2) H. T. Colenbrander. Historie en Leven. Gijsbert Karei op rijpen
leeftijd.
Gijsbert Karei van Hogendorp’s leerjaren veel is
er al over hem geschreven en dank zij Fruin, Bijvanck
en Verberne1) zijn wij over geestelijke vorming en
uiterlijke levensomstandigheden in die jeugdjaren tot in
de kleinste bizonderheden ingelicht. Maar niet alleen
geleerd heeft Gijsbert Karei; hij heeft ook liefgehad. En
leert men iemand niet het beste kennen in de wijze waar
op hij liefheeft? De „véritable auteur de la délivrance de
sa patrie” als gepassioneerde minnaar, het klinkt wat
vreemd als passend bij het beeld van den „idealen Hol
lander” 2), maar hoe na brengt het ons niet den mensch.
Een mensch bezeten van een zucht zich steeds met eigen
ik bezig te houden, eigen karakter voortdurend te ana-