EEN JEUGDLIEFDE VAN 194 x) Arch. Hog. 81. Mevr. H. dagboekaant. zelvde geval tot hede toe gebeurt is. Heeft hij er wel berouw van kunnen hebben, dat ik confident van zijn geheim was? En zou het niet aller smertelijkst voor mij zijn, dat hij mij veragte om zig aan mij te durven ver trouwen. Wie in waereld zal beter zijn reden aan horen? Ach, laat hij maar zo als W(illem) alles met moeder durven afhandelen. II n’y perdra jamais.” x) Toch verliest Mevrouw van Hogendorp Henriette de volgende jaren niet uit het oog, maar voornamelijk om zich misprijzend over haar uit te laten in de brieven aan den afwezigen zoon. Een misprijzen niet onvermengd met een zeker „dépit". t' is waar dat haar gedrag n.l. van Mevrouw Torck) wonderlijk is, en heeft zij haar schoonheyd wijselijk tot rijpheyt gebragt et une reputation sans tache behoude zij moest er de waarde beter van kennen en gaan anders met haar dogters om. Wat beeld zig dat meisje nu in van die zwarte Span. Ziet de moeder daar niets van. Je la comtemplois encore hier avec pitié si un jeune homme honnête et vertueux se fut attaché a Elie, que la mère l'eut remarqué comme cela ne peut manquer a une mère un peu éclairée, qu’alors on fit comprendre a la jeune fille que sa bonheur sera plus solide de fixer un honnête homme que d en voir avec complaisance de toute espèce autour d’elle. Ach! dan was dat zelfde meisje een engeltje geworde! Wie weet of ik het met mijn eyge dogters wel zo na mijn zin schik, dog als ik nog zo ben van kragte en gezondheyd als Mw R(ozendaal) zal ik tog vast mijn dogters in geen groote wereld zonder mij

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1943 | | pagina 212