GREPEN UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE
204
in eigendom had.
Os, kunstschilder. Dit
de prachtige platen in
van de zusteren! Het
1769, het Provinciaal
1773. Alsche zou dus
verklaarde hierbij „de wetten van het Bataafsch Genoot
schap te Rotterdam, die van de Mij. Felix Meritis en
het Genootschap Doctrina et Amicitia te Amsterdam
enigszins gevolgd te hebben.”
Het eerstgenoemde genootschap was in 1769 gesticht
door Steven Hoogendijk, het tweede is in 1777 opge
richt, o.a. door Jan Christiaan Sepp. De Hollandsche
Mij. voor Wetenschappen te Haarlem bestaat reeds
vanaf 1752 en zij is de oudste
Zeeuwsch Genootschap is van
Utrechtsch Genootschap is van
desgewenst een ruimere keus hebben gehad.
Bij het betrekken van de nieuwe woning kreeg de
custos een jaargeld van 50.— en het Gezelschap kreeg
enkele meubelen ten geschenke. Ook werd de grondslag
gelegd voor het physisch kabinet, dat jarenlang de trots
en daarna het stiefkind zou worden.
De heer Alsche „rapporteerde van den Heere van
Buren te hebben ontvangen en mede te hebben doen
overbrengen een nieuwe Tafel, Ezel en Lineaalals
mede een Colom van ’s Gravesande met 3 armen, be
nevens een lijst en glas (dit was om de ledenlijst achter
te zetten); wordende de Bestuurderen met de acquisitie
deezer benoodigde meubelen op het aangenaamst ver-
rascht, daar de Heer van Buren te kennen gaf dezelve als
een geschenk, ten gebruike des Gezelschaps aan te bieden.”
Onmiddellijk werd aan van Sivieten opgedragen een
„lijst te formeren van de Werktuigen en verder meubilen,
het Gezelschap toebehoorende en successievelijk aan te
vullen.” Men kan dus zeggen, dat vanaf 1 Oct. 1794 het
Gezelschap enkele bezittingen
In dit jaar werd lid G. J. van
moet zeker de tekenaar zijn van
de eerste delen van de Flora Batava.