NATUURKUNDIGE MAATSCHAPPIJ DILIGENTIA 215 het gebouw eens te bezoeken”. Sindsdien hebben alle regerende leden van het Oranjehuis dit protectoraat op zich willen nemen. Het laatst in 1935, zodat deze band steeds bleef bestaan. Ongeveer in die tijd is ook aangekocht de draagbare barometer, die nu nog in de bestuurskamer prijkt. Men maakte een lijst in duplo van alle voorwerpen; een exem plaar is in ons bezit, het tweede berust in het Historisch Natuurwetenschappelijk Museum te Leiden. De Burge meester Mr. Slicher, die zeer veel had gedaan voor Diligentia, stierf, nog twee andere bestuurders gingen heen en het bestuur zat met een kas-tekort en betrekke lijk weinig belangstelling der leden. Zo greep men de gelegenheid aan, om een drietal albino’s, in Londen geboren, te vertonen, terwijl Prof. De Riemer hierbij een explicatie gaf, die „luide werd toe gejuicht”. Er kwam een nieuwe redactie der wetten tot stand, waarbij men o.a. wilde dat de dames, op afzonderlijke banken, in de zaal zouden mogen komen. Dit werd echter verworpen: de dames bleven op de galerij! (1816). In 1817 werden de Prins van Oranje en Prins Fre- derik tot honorair lid benoemd en de gouverneur van Z. Holland, het lid van de Mij. van der Duyn van Maasdam kreeg het recht naast het bestuur op de eerste bank plaats te nemen; later werd dit recht ook toegekend aan den Minister van onderwijs, het lid van de Mij. A. E. Falck. Beiden aanvaardden het gaarne. Het boetestelsel werd ten dele afgeschaft op 17 Oct. 1818, maar geheel durfde men het nog niet prijs te geven! Het 25-jarig feest werd even sober gevierd als wij dit het 150-jarig doen, nl. met een rede van den voorzitter: van de Kasteele. De nieuwe tijd bracht nieuwe denkbeelden: de dames

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1943 | | pagina 233