NATUURKUNDIGE MAATSCHAPPIJ DILIGENTIA 223
I
en bereikte in 1877 het respec-
leden nam spoedig toe
tabele aantal van 276.
Wij moeten hier een vrij grote sprong maken, want de
notulen breken in Oct. 1867 af en worden eerst in 1877
weer vervolgd. Dit is erg jammer, want in die tijd valt
de oprichting van het Gebouw van Kunsten en Weten
schappen en van Beresteyn vermeldt in zijn boekje over
het Concert Diligentia hoe èn Toonkunst èn het Concert
Diligentia reeds in 1874 trachtten hun concerten hierheen
te verplaatsen. Zo raakten wij twee trouwe huurders
kwijt.
Een tweede feit waarvan wij de oorsprong niet in de
notulen kunnen nagaan is het verschijnen van de ge
drukte verslagen.
In 1872 komt de heer P. A. Haarman Jr., verslaggever
bij het Dagblad van Z. Holland, op de gedachte om ver
slagen van de in Diligentia gehouden lezingen te maken
en deze aan het einde van het jaar te bundelen. Zij ver
schenen bij H. C. Susan. De Seer. Dr. G. H. Muller
leidde deze beknopte verzameling in. Weinig zal de
heer Haarman gedacht hebben, dat hij 50 jaren lang
deze uitgave zou verzorgen en in die tijd meer dan 600
voordrachten „verslaan”. Het eerste jaarboekje was een
prachtig geschenk op de 80ste verjaardag der Maat
schappij. Maar nergens is vermeld, dat dit feit is her
dacht.
Aan het einde van zijn loopbaan als „verslaggever van
Diligentia” maakte Haarman nog een register op de
50 bundels voordrachten, welk boekje in de bibliotheek
van Diligentia aanwezig is.
In de eerste jaargang vindt men o.a. een voordracht
van Dr. Mouton over het netelige onderwerp van de
„afstamming van den Mensch”. Haarman begon met te
zeggen: „dat de voordracht zeer veel genot verschafte,