GREPEN UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE 226 i'i In 1884 werd, op verzoek van het Instituut van Inge nieurs, het grote bovenlicht aangebracht. De onkosten werden ten dele gedekt doordat de huur een beetje ver hoogd werd. Het Instituut vergaderde vooral overdag. In 1887 kwam er een nooduitgang naar de Nieuw- straat, al was er reeds lang een deur, waardoor o.a. het Hof binnenkwam bij de Concerten. In 1885 moest de dood bekend worden gemaakt van Mr, A. G. C. Alsche, zodat vader en zoon, zij het met een interregmum, samen 92 jaren deel hebben genomen aan de leiding der Mij. In die tijd werd tot amanuensis benoemd Gerritsen, die zijn taak tot Sept. 1931 zou vervullen en toen ge pensioneerd werd, en opgevolgd werd door den heer Haas, die nu deze taak zo uitstekend volbrengt. Heel goed ging het ons Gezelschap toen niet, want er wordt ernstig over gedacht het gebouw te verkopen (Sept. 1886) en het aantal leden daalde tot 158 in 1889. Wel bleef het opmerkelijk, dat wie eenmaal in de ban der Mij. betrokken was er meest ook in bleef; de con cierge Hoogenstraaten b.v. ging eerst heen na 33 jaren dienst (1891). Toen kwam de heer van Olphen. Zo naderde het 100-jarig bestaan, met slechts 148 leden; de Koninklijke Beschermheer en de vorstelijke Ereleden waren kort te voren overleden. Veel glorie was er dus niet. Overste Sluiter hield een rede over de his torie van het Gezelschap, Dr. Groenman gaf een korte schets over de vooruitgang der Natuurkunde in die eeuw en Jhr. Dr. Everts gaf een overzicht over de ontwikke ling der Nat. Historie in die tijd. Deze voordrachten zijn in extenso afgedrukt in het jaarboek voor 1893. De uit gave hiervan was een particulier iets van den heer Haax- man, die een bepaald aantal exemplaren verkocht aan de Mij. In 1891-92 werd van uitgever veranderd en trad

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1943 | | pagina 244