NATUURKUNDIGE MAATSCHAPPIJ DILIGENTIA Til hem heen de verslagen als zodanig op de firma W. P. van Stockum, die sinds dien onze uitgever is gebleven, dus gedurende meer dan 50 jaren! Sluiter hoopte, dat „het jongere geslacht door beter natuurkundig onderwijs meer belangstelling voor de Mij. zou tonen” en inderdaad is het aantal leden kort daarna weer gestegen. Men schatte toen het gebouw, inclusief het instrumentarium plus bibliotheek, op ƒ51.000.—, er was een kapitaaltje van 3.300.—, doch de oude nego- tiatie was nog niet verdwenen (32 aandelen van 200. en 11 van 100.—, terwijl nog 8 vroeger uitgelote a 100.niet waren opgeëist, totaal dus 8.300.— Men begreep de zaal iets te moeten moderniseren en er werden voor het eerst 220 stoelen aangeschaft en in het jaar daarna weer 100; tot die tijd zat men alleen op banken. Toen ik in 1912 lid werd, waren er nog enkele, vooral in de achterste rijen en op de galerij. Er zijn dan ook ongeveer 600 plaatsen in de zaal, zodat toen slechts de helft vernieuwd werd. De heer Haaxman drong in 1896 sterk aan op elec- trische verlichting en het jaar daarna wordt het voorstel aangenomen, nadat een commissie er rapport over had uitgebracht. Dit was wel zeer actief, want de Gemeente voorzag het in 1907 gebouwde nieuwe Gymnasium nog van gaspijpen, waarlangs een geleidingsdraad voor elec- triciteit werd gelegd. In 1898 begon het bestuurslid E. K. G. Rose aan te dringen op het geven van meer uitvoerige cursussen en hij bood aan de grotere onkosten zelf te dragen. Het bestuur ging met dit genereuze aanbod accoord en zo kwam de eerste cursus tot stand, waarvoor uitgenodigd werd Prof. Hugo de Vries (verslag 1898-99). In de loop der jaren vormde zich om hem heen een geheel eigen publiek en het waren, naar de verslagen van Haaxman

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1943 | | pagina 245