GREPEN UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE
228
te oordelen, idealen van populair wetenschappelijke voor
drachten! Totaal trad hij, als ik goed telde, 154 mid
dagen en avonden voor Diligentia op en sloeg daarmee
alle andere sprekers verre.
Bij zijn 25-jarig hoogleraars jubileum werd hem een
brief met gelukwensen toegezonden. Ik weet niet of de
Vries zich wel bewust is geweest, wat dit wel betekende,
maar de volgende anecdote mag U dit verduidelijken.
Toen ik nog kort in het bestuur was (1927) werd één
der bestuursleden 70 jaar. Ik vroeg den secretaris of het
bestuur er bloemen heenzond en of wij moesten gaan
gelukwensen. Ik kreeg hierop ten antwoord, dat enkele
jaren geleden een bestuurslid 80 jaar was geworden en
de voorzitter toen gezegd had, „dat er wel een kaartje
heengezonden moest worden”!
Rose was in die jaren de drijvende kracht. Op zijn
voorstel werd er een directe met glas overdekte toegang
gemaakt van de voordeur naar de grote zaal, die vroeger
alleen bereikbaar was door de vestiaire en de bestuurs
kamer. Een hypotheeklening werd gesloten, groot
15.000.-— en hiermee tevens de oude schuld afgedaan
(27 Oct. 1899).
De vergadering van 3 Oct. 1902 was ook belangrijk
want de weduwe van Olphen (die sinds 29 Oct. 1897
haar man was opgevolgd), vroeg of haar zoon Wieringa
niet concierge kon worden van de Mij.! Sindsdien is de
familie Wieringa aan onze Mij. verbonden en gedurende
een tijdperk van meer dan 40 jaren hebben wij lief en
leed samen gedeeld. Ieder weet hoeveel goeds er uit gaat
voor de belangen van het publiek en dus voor de Mij.
van de zorgen van den heer en mevrouw Wieringa (die
in 1908 haar intrede deed) en hun dochters en wij hopen
allen, dat deze band met de familie nog vele jaren be
houden mag blijven! Tellen wij de periode van Olphen