j
259 leden
NATUURKUNDIGE MAATSCHAPPIJ DILIGENTIA 229
mee, dan zijn de Mij. en de familie al sinds 1891 met
elkaar verbonden, dus nu 52 jaren!
In 1903 biedt de heer 7?ose aan in de zaal een estrade
te maken (bedoeld is het hellend vlak waarop de rijen
der stoelen staan). Als het niet beviel zou deze worden
opgeruimd en hij zou dan de kosten betalen. Men neemt
het aan, het beviel en zo bleef de estrade behouden.
Op verzoek van Hare Majesteit de Koningin-Moeder
moest een loge worden gebouwd, op te slaan als Zij
Diligentia wilde bezoeken. Veel gebruik is er niet van
gemaakt, want Koningin Emma zat liever voor in de
zaal. Met hofloges was Diligentia niet gelukkig.
Nog was Rose niet tevreden, want hij kondigt aan,
dat hij voorstellen zal indienen voor een centrale ver
warming! Ook wilde hij met een geruisloze electromotor
de ventilatie van de zaal verbeteren! In 1905 werd de
schuwlelijke tambour voor de ingang gezet. Ik hoop dit
„zaadbakje” nog eens te zien verdwijnen.
Een beetje pijnlijk doet het aan, in de notulen van
17 Juni 1904 te lezen: „men besluit enige rommel te
verkopen!” Dat waren voorwerpen uit het kabinet, de
rechtmatige trots onzer voorouders!
In 1905 wordt voorgesteld de verzameling mineralen
en fossielen te schenken aan Teyler’s genootschap, maar
men besluit het volgend jaar, die rond te delen aan ver
schillende scholen, zodat nu de collecties geheel ver
strooid zijn (deels op de H.B.S.-Stadhouderslaan, deels
op het Stedelijk Gymnasium, deels in het Museum voor
het Onderwijs, de mooiste kast in het Gemeentemuseum,
de catalogus te Leiden). Vele natuurkundige instrumen
ten gingen naar de H.B.S. aan het Bleyenburg, later in
de van den Boschstraat, zodat de collectie geheel uiteen
gerukt werd.
In 1914 kon de secretaris meedelen, dat er