r
GREPEN UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE
232
landse dragers van deze hoogste wetenschappelijke
onderscheiding hebben zich in het algemeen bereidwillig
getoond aan onze roepstem gehoor te geven, ook als zij,
gelijk Debye, gewoonlijk in het buitenland verblijf hiel
den. Vooral door middel van de interacademiale voor
drachten voor studenten, zal het m.i. mogelijk zijn om
zeer bekende buitenlanders te doen optreden. Wie zich
herinnert welk een indruk het bv. maakte dat Driesch
voor ons optrad, zal inzien, dat zulke voordrachten door
onze leden op hoge prijs worden gesteld. Uiteraard zal
hierbij het oog ook moeten worden gericht op de ge
leerden in ons broederland België.
In 1923 begon de Mij. zelf haar jaarboeken uit te
geven, met autoreferaten der sprekers. Zij kregen nu
voor hun spreekbeurt 100.— en 25.voor het ver
slag. De kwaliteit der verslagen werd hierdoor zeer
verbeterd, zodat dit ongetwijfeld een grote vooruitgang
is. Tegelijk begonnen de meer gedegen cursussen in
boekvorm te verschijnen, in de Wetenschappelijke serie,
een particuliere uitgaaf van de firma van Stockum. Het
was geen wonder, dat onze vriend Borgesitts ook deze
serie opende.
In 1920 was er kans om het gebouw zeer duur te
verkopen (2*^ ton), maar na rijp beraad besloot men
het niet te doen. Verschillende subsidies konden worden
gegeven en in het algemeen kan men zeggen, dat de Mij.
in de latere jaren steeds getracht heeft om de wetenschap
vooruit te helpen: o.a. het Internationale Pooljaar, het
Meijendelonderzoek, de Weer- en sterrekundige vereni
ging, het Historisch Natuurwetenschappelijk Museum te
Leiden, de geologische expeditie onder Prof. Rutten naar
Westindië, de expeditie onder Prof. Clay voor het onder
zoek van cosmische straling, de botanische expeditie
onder Prof. Lam naar Madagascar, het Tijdschrift Phy-