GREPEN UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE 238 4 •1 den, het publiek in staat te stellen hen van aangezicht tot aangezicht te zien. Ook als zij niet zulke uitnemende sprekers zijn als bv, Lorentz, Molengraaff en Hugo de Vries, gaat hiervan een grote bekoring uit. Diligentia is begonnen met plaatselijke krachten, daarna is men overgegaan tot de beste krachten uit het gehele land, ik meen dat de toekomst ons ook meer buitenlanders zal kunnen en moeten brengen. 3de. Door deze verbreiding en popularisering ertoe mee te helpen, dat de klove tussen de wetenschap en het grotere publiek niet te diep en te wijd worde, iets wat ook niet in het belang der wetenschap zou zijn. 4de. Het bevorderen, zo mogelijk, van wetenschappe lijk onderzoek. De oude genootschappen trachtten dit te doen met behulp van prijsvragen. Wellicht is het toe kennen van subsidies beter, terwijl van een uitnodiging om te spreken in onze kring voor een jong onderzoeker een prikkel kan uitgaan, die zegenrijke gevolgen kan hebben. Op een andere indirecte wijze heeft Diligen tia ook wel meegeholpen, nl. door een cursus te laten houden over een onderwerp waarvoor een goede hand leiding ontbrak. Als deze cursus dan later in de Weten schappelijke serie verscheen, hebben vele schrijvers in hun voorbericht er de aandacht op gevestigd, dat zij het initiatief te danken hadden aan de uitnodiging om hier te komen spreken. In de eerste anderhalve eeuw van haar bestaan heeft Diligentia vooral ernaar gestreefd de eerstgenoemde drie punten te verwezenlijken, en wij kunnen de beroemde onderzoekers, die aan onze roepstem gehoor gaven, niet dankbaar genoeg zijn. Ik hoop, dat de geldmiddelen onze opvolgers in staat zullen stellen meer dan tot heden ook op het laatste gebied werkzaam te zijn! Wij mogen ons dan spiegelen aan het geen onze voor-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1943 | | pagina 256