I
DE RAAMWEG EN DE OUDE GRENS
TUSSCHEN WASSENAAR EN DEN HAAG
DOOR
Dr. P. J. VAN BREEMEN
Jaarb. Die Haghe 1911 bl. 362.
De afleiding van den naam Raamweg.
Het is een merkwaardig toeval, dat men in de twee
meest bekende en uitvoerigste verhandelingen over de
Haagsche straatnamen uit het begin van deze eeuw te
vergeefs naar den Raamweg zal zoeken, ten minste naar
een zelfstandige vermelding ervan. Van Zuiden noemt
hem in het geheel niet. Evenmin wijdt Morren hem
eenige aandacht anders dan dat hij terloops zijn naam
noemt. Wanneer hij nl. onder de verdwenen namen het
Wouters- of Hubert Wouterslaantje opgeeft en er van
vermeldt, dat het in het verlengde van den Raamweg
lag 1), dan bevreemdt het toch wel, dat de Raamweg zelf
onder geen enkele rubriek op te sporen is. Toch had de
Raamweg gelijke rechten op behandeling als de andere
straten en wegen, die in beide werkjes besproken werden.
Want reeds lang voor de vestiging der gemeenten had