i
DE RAAMWEG EN DE OUDE GRENS
26
het gedeelte volgen, waarin de ramen vermeld staan.
Op 7/2/1593 heeft Jhr. Arent van Dorp verhuurd zijn
woning, staande en liggende bij noorden het Bosch alhier
in Den Haag met een wei van omtrent 3}/) morgen lands
genaamd de Witte Weide, 5 hont zaailands (bezaaid
met rogge), de laan, die toegang gaf tot het landgoed
en die alleen gehooid mocht worden en voorts al de
geestlanden en klingen, zoover de grond van den jonker
strekte. Een van de voorwaarden in de pachtcedulle
luidt, dat de pachter ,,zyn haüe ende beesten zoe wachten
ende verseeckeren” zal „mit kupe heyningen ramen ende
anders”, dat aan de plantage en de jonge eist noch aan
de jonge boomgaarden en andere plantagen schade toe
gebracht zal worden. Daarvoor zal den pachter volgen
al het rijs uitgezonderd hetgeen om de boomgaarden
staat. De samenkoppeling van heiningen en ramen en
de toestemming om het rijshout voor afsluiting te bezigen
toonen in het gegeven verband voldoende aan, wat onder
ramen begrepen wordt. Wat met ,,kupe” bedoeld is, lijkt
minder gemakkelijk verklaarbaar. Indien er kuipen onder
verstaan moeten worden, zou ik in de eerste plaats aan
drinkkuipen voor het vee willen denken. Door op de
droge weigronden, waar slootwater hetzij steeds of al
thans in den zomer ontbroken zal hebben, kuipen met
water te stellen en de beesten op die wijze te drenken,
kon de pachter voorkomen, dat het vee, door dorst ge
kweld, zou trachten door de afpalingen heen te breken
op zoek naar water.
Hoewel voor de meeste lezers evenals voor mijzelf de
zaak van de afleiding van den naam Raamweg hiermee
beklonken en tot haar juiste verhoudingen teruggebracht
zal zijn, wil ik er toch rekening mee houden, dat de
toomlooze verbeeldingskracht van dezen of genen topo-
nymist de oplossing veel te nuchter vindt. Daarom zal ik