TUSSCHEN WASSENAAR EN DEN HAAG
31
Pabons Romeinschen weg ten zuiden van Haagambacht
laat ik echter buiten beschouwing, daar ik mij op het
veld der geschiedenis van de ambachten Voorburg en
Rijswijk niet thuis voel. Voor kritiek op dat onderdeel
verwijs ik den lezer naar het artikel van Mr. Fockema
Andreae.
De door Pabon .hervonden” weg zou dan geloopen
hebben langs de Ruigkade, d.i. de oostkade van de
Haagsche Trekvaart tusschen de ambachten Voorburg
en Rijswijk en langs haar verlengde in Haagambacht;
vandaar dwars overgaande naar de Nieuwe Haven en
verder door Korte en Lange Houtstraat, langs de oostzij
van het Voorhout, over den tegenwoordigen Denneweg,
de Frederikstraat en den Raamweg tot aan de zeeduinen.
Binnen het gebied dezer laatste zou de richting van den
weg overeengestemd hebben met die van de scheiding
tusschen Oost- en Westduinen.
Enkele gedeelten uit het betoog van den heer Pabon
wensch ik hier woordelijk weer te geven. Dit bespaart
den lezer de moeite van het opzoeken ervan in de bij
drage, waaraan zij ontleend zijn en die hij misschien niet
bij de hand heeft, zonder hem echter in twijfel te laten
aangaande de juiste inkleeding van die onder Pabons
argumenten, welke ik bij deze gelegenheid zal trachten
te weerleggen.
Met zijn beschrijving genaderd tot de Lange Hout
straat zet Pabon zijn betoog op deze wijze voort: „Het is
nu gemakkelijk den weg verder te vervolgen langs de
Lange Houtstraat, oost-zijde Voorhout, den tegenwoor
digen Denneweg en de Frederikstraat. Hierbij dient te
worden opgemerkt, dat nog in het begin der 17de eeuw
de tegenwoordige Denneweg met Frederikstraat en den
Raamweg één weg vormde, die in zijn geheel de Denne
weg heette, zooals op de kaart van Floris Balthasars