DE RAAMWEG EN DE OUDE GRENS
40
werd aan den buurtweg (Javastraat) te eindigen. De
buurtweg vormde bij dien molen een kleinen haak. Den
voormaligen Denneweg (of den huidigen Mallemolen
zuid van de Javastraat) van het zuiden af uitkomende
had men eerst rechts het oostelijke deel van den buurt
weg en pas even verder links het westelijk gedeelte
ervan. Ten oosten langs dit stukje weg tusschen beide
takken van den buurtweg stond de molen. Den voor
maligen toestand kan men nog herkennen, zoo men
slechts in het oog houdt, dat het oostelijke brok van den
buurtweg met de tegenwoordige Javastraat één is, terwijl
het westelijke deel niet samenvalt met de moderne Java
straat tusschen Mallemolen en Surinamestraat, doch met
het straatje van Schuddegeest, dat ten noorden achter
de huizen van de Javastraat gelegen is. Waar de weste
lijke tak van den buurtweg, dus het Schuddegeest, af
boog, ging in noordwaartsche richting het slag af, dat
oudtijds schuin over het binnenduin de verbinding tot
stand bracht tusschen Denneweg en Raamwegje. Daar
op dat aftakkingspunt, waar later ook de Slijpmolen
verrees, eindigde de Denneweg. Het bewijs van die be
wering laat zich als volgt leveren.
In het voorjaar van 1612 kocht Jan Jansz. Cocq, oud-
burgemeester van Den Haag, de beterschap van de helft
van zekere woning en landen, wezende erfpacht, staande
en gelegen „t'eynden den Dennewech” 1). Later in het
zelfde jaar kreeg hij ook de andere helft in handen 2).
Dit landgoed omvatte blijkens zijn latere geschiedenis
het terrein, waarop in de 19de eeuw o.a. de Suriname-,
1) Gem. arch. Den Haag, inv. no. 419, f. 581 v, 2/3/1612, klapper
no. 472. Weeskamer Den Haag, inv. no. Q, f. 161, 161 v, 162 v,
resp. 5/3/1612, 3/5/1613 en 11/1/1615.
2) Gem. arch. Den Haag, inv. no. 625, f. 12, 21/6/1612.