TUSSCHEN WASSENAAR EN DEN HAAG
43
479, f. 343, 21/11/1803, klapper
1) Gem. arch. Den Haag, inv. no.
no. 906.
verlengde van het Raamwegje tot aan den heerweg
(thans Wassenaarschen Weg) geteekend. Dit verleng
stuk lag ook nog binnen de palen van den in het begin
der 17de eeuw door Jan Jansz. Cocq bezeten grond.
Ik neem daarom aan, dat hij of een latere bezitter ter
vergoeding van het vervallen overpad een nieuwen toe
gangsweg naar het Raamwegje aangelegd heeft. Deze
nieuwe weg had den aard van een particulieren weg,
zooals bijv, nog in 1803 blijkt. Toen verkocht Hendrik
Fagel aan Hendrik Collot d'Escurij, gehuwd met Maria
Susanna Fagel, de helft in den Raamweg, strekkende,
voor zooveel de lengte betreft, vanaf de Raambrug, uit
komende aan den rijweg tusschen Den Haag en Wasse
naar, recht uit noordwaarts op en verder den hoek om
noordwaarts op tot aan het land van de hofstede Zuilen
hoven 1). Hieruit trek ik het besluit, dat het voormalige
overpad bij den Slijpmolen eveneens een particuliere weg
is geweest en niet den aard van heerweg met den Den-
neweg gemeen had.
Uit de bovenstaande gegevens leid ik met stelligheid
af, dat het einde van den Denneweg ook in den toestand,
zooals de teekening der kaarten van 1611 en 1615 ons
dien doet kennen, aan den buurtweg lag, niettegenstaande
de namen op die kaarten het anders willen voorstellen.
Alles goed en wel zal men zeggen, maar hoe, hoor ik
tevens vragen, redeneer ik de bewering van Pabon weg,
dat hij onafhankelijk van de kaart van 1611 uit tal van
akten zou kunnen bewijzen, dat de tegenwoordige Den
neweg met Frederikstraat en den Raamweg één weg ge
vormd heeft, die in zijn geheel Denneweg heette of hoe
weerleg ik zijn nog fraaiere uitspraak, dat een zeer oude