TUSSCHEN WASSENAAR EN DEN HAAG
47
den
1) A.R.A. Arch. Staten v. Holl. vóór 1572, no. 1270, f. 41 (b)
anno 1561. „Huybrecht Woutersz. brengt an zyn huys ende erve
hem eygen toebehorende met een mergen licht geestlant
2) A.R.A. Arch. Staten v. Holl. vóór 1572, no. 1147, f. 45 v.
anno 1556. „Hubrecht Woutersz. vuyt Haechambocht bruyct in
huyr in Wassenaer” 10 mg en 3 mg lands.
het kanaal naar Scheveningen in de 19de eeuw. Het
oorspronkelijke Raamwegje werd toen noordwaarts langs
dit kanaal verlengd met terzijdelating, maar instandhou
ding van het H.W. laantje, dat op latere kaarten nog te
herkennen is, totdat het bij de bebouwing van den Raam-
weg noord van de Groenhovenstraat verdween.
Is de tijd van het ontstaan van Raamweg en Laantje
niet bekend, aangaande den oorsprong der beide namen
bestaat geen onzekerheid. Dankt de eerste zijn naam
aan de afscheidingen of omramingen van de landerijen,
waar hij langs liep, het bochtige laantje in zijn verlengde
had tot peter twijfel lijkt buitengesloten eenen
Huibert Woutersz., die volgens het kohier van
tienden penning van Haagambacht van 1561 een huis
met erf en een morgen licht geestland in dezen uithoek
van genoemd ambacht in eigendom bewoonde en
volgens een dergelijk kohier van Wassenaar voorts eenige
perceelen land in het ambacht van Wassenaar in huur
gebruikte 2).
Na bovenstaande inleidende uiteenzettingen kunnen
we nu overgaan tot punt 1 uit het vertoog van Pabon,
de verhouding van den Raamweg tot de grens tusschen
de bannen van Wassenaar en Den Haag. Zijn bewering
dat de tegenwoordige Raamweg de westgrens van Was
senaar en dus tevens van de scheiding tusschen Wasse
naar en Haagambacht is, dient men met een vooral niet
te gering korreltje zout te nemen. Om dit te doen uit
komen laat ik hier eerst een korte beschrijving van die