TUSSCHEN WASSENAAR EN DEN HAAG
69
den
zijn Denneweg? Als men voorts nog in aanmerking
neemt, dat nergens in het westambacht, maar wel in een
groot deel van het oostambacht van Den Haag en dan
juist tot aan de grens van Eikenduinerambacht toe
grondtijns aan den heer van Wassenaar opgebracht
werd, dan lijkt er veel meer voor te zeggen om ten min
ste een gedeelte van het oostambacht van Den Haag als
een afsnoersel van Wassenaarsch erfgoed dan als een
spruit van Monstersch gebied te beschouwen. Deze bij
zonderheden in het oog gehouden bestaat er meer kans,
dat de grens tusschen Eikenduinen en het oostambacht
van Den Haag de oorspronkelijke scheiding tusschen
Monster en Wassenaar aangeeft dan de latere grens
Haagambacht-Wassenaar, Uit het feit, dat de Denne
weg ten noorden van den Noordsingel (Mauritskade) en
de oudste Raamweg geenszins een grens aangeven van
dit Wassenaarsche tijnsgebied, maar er midden en dwars
door heen loopen, wordt m.i. de mogelijkheid afgesneden
om in die beide wegen overblijfselen van een grens
Wassenaar - Monster te zien.
Hoewel het dus, ten einde niet in strijd te komen met
den inhoud van de akte van 1266, alleszins voldoende is
om de oostgrens van Monsterambacht zoover oostelijk
verlegd te denken, dat het gebied van de Mient binnen
dat ambacht viel, staat aan den anderen kant niets in
den weg om die oostgrens nog verder naar het oosten
op te schuiven, desnoods tot aan de oude grens tusschen
Haagambacht en Wassenaar (zonder Zuidwijk) toe.
Het is daartegenover een daad van volslagen willekeur
om bij die opschuiving halt te houden ter hoogte van
hervonden weg en grens van Pabon.
Wat den inhoud van de andere akte betreft, is mijn
kennis van de oude kerkelijke toestanden volstrekt on
toereikend om er een eigen oordeel over te willen vellen,