TUSSCHEN WASSENAAR EN DEN HAAG
71
x) Dr. A. A. A. Verbraeck, Het Westland, 1933, bl. 19/20.
2) Aardrijksk. Woordenboek.
3) Encycl. 3de dr. 1912.
het Westland. Zou hij zijn lezers weer eens in het ootje
willen nemen, heb ik mij onwillekeurig afgevraagd. Men
oordeele zelf op grond van de volgende gegevens en
aanhalingen.
„Het Westland is nooit een staatsrechterlijk begrip
geweest; men zal dan ook tevergeefs naar administratieve
grenzen zoeken. De algemeene opvatting is, dat het
Westland omvat het gebied ten westen van Delft, waar
van de noordgrens gevormd wordt door de oude ge
meentegrenzen van Loosduinen en Den Haag
Geografisch en administratief is het Westland dus geen
eenheid; het is een gebied ten Westen van Delft, waar
bij scherpe omgrenzingen ontbreken”. Aldus Dr. Ver
braeck, schrijver van een wetenschappelijk werk over het
Westland; hij deelt er in mede zijn inlichtingen over de
begrenzing van het gebied te danken te hebben aan
Dr. A. A. Beekman1).
Dat het Westland werkelijk een gebied is met ten
deele zwevende grenzen, blijkt ten duidelijkste daaruit,
dat er zoowat even veel verschillende opvattingen om
trent omvang en begrenzing ervan bestaan als er zich
schrijvers met het Westland hebben bezig gehouden.
Een van de ruimste opvattingen in dat opzicht vindt men
bij Van der Aa2), die er anno 1849 de volgende ge
meenten toe rekende: ’s Gravenzande met Zandambacht
Monster, Naaldwijk, De Lier, Maasland, Maassluis,
Schipluiden, Wateringen, Hof van Delft, Rijswijk en
Loosduinen. Zeer besnoeid treft men het begrip aan bij
Winkler Prins3); hij telt er slechts de volgende vijf
gemeenten toe: Loosduinen, Monster, ’s Gravenzande,