rwi
DE RAAMWEG EN DE OUDE GRENS
72
1) Nederland, 6e dr. 1936, II bl. 163.
Naaldwijk en Wateringen. Verbraeck teekent nog aan,
dat vele Westlanders Loosduinen als niet bij hun streek
behoorend beschouwen, maar voegt er bij, dat dit een
gevoelsargument is, een soort jaloesie, omdat Loosduinen
door de nabijheid van Den Haag de andere plaatsen
altijd op velerlei gebied vóór geweest is. Tusschen de
beide zoo juist besproken uitersten vindt men allerlei
overgangen. Vast staat echter, dat Den Haag met Haag-
ambacht noch Voorburg ooit tot het Westland gerekend
zijn. Dit maakt het niet waarschijnlijk, dat de naam
Westland rechtstreeks ontleend zou zijn aan de bena
ming Westambachten van het hoogheemraadschap Delf
land, zooals bijv. Schuiling wil1); want zelfs het ruime
begrip bij Van der Aa laat geen plaats voor Voorburg,
Haagambacht, Vlaardingen en nog enkele andere ge
deelten, terwijl het wel de gemeente Hof van Delft in
sluit, die gedeeltelijk tot de Oostambachten behoorde.
Alles wel beschouwd doet men, meen ik, het beste onder
het Westland een zeker gedeelte van het westelijke ge
bied van Delfland te verstaan ten NW, W en ZW van
Delft, westwaarts begrensd door den hoek, gevormd door
Noordzee en Nieuwe Maas, maar landinwaarts met
grenzen, die al naar het inzicht, de bedoelingen en de
opvattingen der schrijvers verschillen, nochtans met dit
voorbehoud, dat noch vroeger noch later het gebied van
Den Haag er bij ingesloten werd.
Onze geografen zijn het er wel over eens, dat de naam
zijn oorsprong gevonden heeft in Delft, zeker niet in Den
Haag. „Delft is altijd de marktplaats en de „stad”
voor het Westland geweest”, schrijft Verbraeck. Wat er
tegenover dit Westland te stellen is, volgt vanzelf uit de
begrenzing. Het kan niet anders zijn dan het oostelijk