89 EN HET BUITENGOED ZORGVLIET b. de toenmalige eigenaar, die ook in Wassenaar gegoed was, ten overstaan van het gerecht van Wassenaar het zelfde land tot onderpand van opgenomen geld; als grootte wordt dan opgegeven 15 a 16 morgen hoog en laag land, waarvan de weiden 3% morgen besloenen. (Transp. Wassenaar, inv. no. A XV no. 2, f. 38v, a°. 1580). Met dit voorbeeld voor oogen kan het geen verwondering baren, dat het een of andere morgental voor grond in Segbroek in het oostambacht, die van gelijke geaardheid moet zijn geweest als de zoo juist genoemde stukken van nominaal 31/z en 5 morgen, niet veel houvast geeft om de werkelijke grootte van zulk een bezit te leeren kennen. Bij verhypothekeering of bij verkoop van den grond was men voor de grootte niet gebonden aan de opgave in het morgenboek. Deze waarborgde de wederpartij slechts, dat zijn omslag van morgengelden op geen hooger morgental gezet kon worden dan het ambachtsmorgenboek aanwees, maar behoefde geen inlichting te verschaffen omtrent de werkelijke oppervlakte. Ook elders in het Haagambacht trof men gevouwen morgens aan, zoo bijv, in 1543 in het kohier van den tienden penning van Haagambacht (f. 22): 5% morgen licht lands bij Zuydenhout, lig gende 4 m. voor één. In 1593 vond ik gevouwen morgens vermeld voor land in Segbroek in het westambacht van Den Haag. Nog in 1710 wordt bij verkoop van een zekeren hoek klingen of duin achter het landhuis van den Prins van Hessen-Cassel bij de Sche- veningsche tol het perceeltje vermeld als groot te zijn één gevou wen morgen. In de morgenboeken van Wassenaar en Zuidwijk in het archief van het hoogheemraadschap Rijnland vindt men tallooze opgaven van de werkelijke, door landmeting verkregene en de voor de zandgronden verminderde oppervlakte naast elkaar. De bekende Haarlemsche tuinarchitect Leonard A. Springer heeft niet lang voor zijn verscheiden er nog eens nadrukkelijk de aan dacht op gevestigd, dat er, zoover hem bekend was, geen platte- grond-teekeningen van Zorgvliet bestaan uit den tijd van Cats. De bestaande afbeeldingen van Zorgvliet geven volgens hem die bui tenplaats niet terug, zooals Cats die heeft laten maken, maar zooals zij veranderd is tijdens het bezit der Bentincks. Wel vindt men in een van Cats’ werken gravures voorstellende verschillende gezich ten in zijn tuin1). In verband met de zoo juist door mij behandelde kwestie over de grootte van Zorgvliet in verschillende bronnen kan ik echter de afbeelding van een kaartje overleggen, dat de De Natuur, jg. 60, no. 2, Febr. 1940, bl 39 naar aanleiding van een artikel over Zorgvliet van A. J. en J. J. ter Pelkwijk in De Levende Natuur XLIV afl. 8, 1/12/1939.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 101