OVER DES BURGGRAVEN HUUR ENZ.
90
Arch. Delfland, inv. no. 1969; zie kaartje no 1 van deze bijdrage
-’) Transp- Den Haag, inv no. 434. f. I87v. 30/6/1644, klapperno, 1471.
3) Domeinen Holland, A. R. A. inv. no. 174, f. 321 v, 13/3/1665.
situatie van de oude kern van Zorgvliet weergeeft vóór den aanleg
van den Scheveningschen Straatweg, dus in den toestand niet
jonger dan ongeveei’ 1660, het jaar van Cats’ dood1). De teekening
van het huis met omgeving laat naar den hooiberg en het kleine
boomgaardje te oordeelen nog de boerenhofstede zien, in welker'
plaats eerst in 1652 het nieuwe huis van Cats verrees. Het beek-
molentje achter den Noordmolen, dat van circa 1621 dagteekent,
komt op de kaart voor. Nieuw-Soetenburch, het lusthuisje aan zee
op het hooge duin aan de noordzij van de kerkwerf, dat de zoo
dadelijk nader te noemen Soetens daar in 1662 liet zetten, ontbreekt
nog, zoo ik juist zie. Andere gegevens om den ouderdom van de
kaart te schatten lijken mij niet aanwezig. Maar misschien mag het
berusten in het archief van Delfland gelden als aanwijzing, dat ze
vervaardigd is in verband met de plannen van Cornells Michielsz.
Soetens, penningmeester van Delfland, die reeds in 1647 een voor
stel had gedaan om een kanaal met rijweg naar Scheveningen aan
te leggen. Om de genoemde redenen zou ik de kaart als vervaar
digd tusschen 1640 en 1650 willen stellen.
De noord-, oost- en zuidgrens van het later Zorgvliet gedoopte
landgoed zijn er op aangegeven, de beide laatste in haar geheel
door heiningen. De westgrens liep evenwijdig aan de Beek even ten
westen van het huis in den hoek van de Beek, vermoedelijk onge
veer even ver west als het heininkje strekt, dat men aan de over
zijde van de Beek ontwaart; noordwaarts reikte ze tot aan de
duinen. Het aldus afgegrensde terrein kan geschat met de roede-
maat van de kaart op omtrent 12 morgen begroot worden, het
geheel door heiningen omraamde vierzijdige perceel op 4% a 5
morgen. Het lijdt volgens mij dan ook nauwelijks twijfel dat de
3 morgen 1 hont 95 roeden uit de overdrachtsakten slechts op een
deel van de oude kern betrekking hebben en alleen den meest
waardevollen grond op het oog hebben of wel, dat men met ge
vouwen morgens te maken heeft. De klingen ten zuiden van het
pad langs de zuidoostgrens, zoowel als de duinen aan de oostzijde,
welke Cats er in 1644 bijkocht2), maar zijn naaste opvolgers in
verband met den aanleg van den straatweg, in 1665 weer van de
hand deden3), spelen bij de bovengedane groottebepaling geen rol.
Het wil mij toeschijnen, dat door bovenstaande opmerkingen en
overwegingen veel, zoo niet alles van het tegenstrijdige in de ver
schillende grootteopgaven opgelost kan worden.