95 EN HET BUITENGOED ZORGVLIET Meesz., die ze in dat jaar aan Mees Gerritsz. verkoopt. Tot het ver kochte behoorde al het land, dat ten noorden het duin tot aan de palen der graaflijkheidswildernis omvatte en naar het westen toe om het terrein van Schuddegeest (H) heenloopend zich uit strekte tot aan het Scheveningsche pad en tot in den hoek ge vormd door dat pad en de latere Javastraat. De woning Schudje- beurs (G) was toen, naar het schijnt, nog niet aanwezig. Mees Gerritsz. droeg in 1590 het terrein van het latere Schudjebeurs. groot nominaal 6 morgen, over aan Gerrits Pietersz. en in 1595 de woning F met het overige land en tuin aan Maarten Lambrechtsz. van Kenniphoven. Deze liet in dat zelfde jaar een kaart van zijn nieuw bezit vervaardigen, die bewaard gebleven is. (A.R.A. no. 86). De nieuwe eigenaar verwierf in 1597 van de Domeinen in eeuwige erfpacht den vrijdom om de konijnen te mogen behouden, die zich in zijn landen en duinen bevonden. In 1613 deed hij de woning (F) met alle toen nog bijbehoorend land en de konijnenwarande over aan Cornells Aerssen, griffier van de Staten-Generaal. Diens zoon, Johan van Aerssen, verkocht in 1640 de woning en landen, behalve den hof met boomgaard en de duinen, aan Frank Arentsz. van Rhijn. De duinen deed hij in 1644 aan Jacob Cats over. De erfgenamen van Cats stonden die duinen in 1665 tegen een Jaarlijksche erfpacht weer aan het Domeinbestuur af. G Het huis of boerderijtje Schudjebeurs schijnt pas na den verkoop van het terrein in 1590 (zie onder F) opgetrokken te zijn. In ge schrifte komt de naam bij mijn weten eerst in 1640 voor. H Deze woning met omgevend land behoorde in het derde kwar taal van de 16de eeuw aan mr. Nicasius Hanneman. Door huwe lijk van een zijner vrouwelijke afstammelingen, Adriana Hanneman, kwam ze in het begin van de 17de eeuw aan jhr. Jacques (of Jacob) van der Wiele, heer van de Werve. Dit landgoed speelt geen rol in de geschiedenis van Zorgvliet en komt in deze bijdrage niet ter sprake. OPMERKING TEN AANZIEN VAN F en H In mijn eerste bijdrage over de Wassenaarsche veenpacht (Jaarb. Die Haghe 1939) heb ik op blz. 251 onder no. 7 landerijen ver meld, die, naar ik toen meende, tot het latere landgoed Duinweide te rekenen waren, terwijl ik een gedeelte van de onder no. 31

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1944 | | pagina 109